393 keer bekeken
28

Zwarte specht

13 januari, 2017
Iso 1250. 400mm. F5.6 1/1250. Niet helemaal de kwaliteit die jullie gewend zijn. Toch deze bijzondere soort meer dan het delen waard. Voor het eerst kunnen platen. De zwarte specht is de grootste specht in Europa. Na de poederspecht (Mulleripicus pulverulentus) uit Oost-Azië is het de grootste specht ter wereld waarvan zeker is dat hij niet is uitgestorven. Een volwassen zwarte specht heeft doorgaans een lichaamslengte tussen de 45 en 55 centimeter, met een maximum van 57 centimeter. De vleugelspanwijdte bedraagt 64 tot 70 centimeter. De staart meet 16 à 17 centimeter en heeft stugge staartpennen, waarvan de buitenste twee aanmerkelijk langer zijn dan de overigen. De zwarte specht gebruikt zijn gevorkte staart als steun wanneer hij zich verticaal aan een boomstam vasthoudt. Het gewicht van een volwassen exemplaar varieert tussen de 260 en 340 gram en is sterk afhankelijk van zijn voeding en leefgebied. Doorgaans zijn zwarte spechten in het uiterste noorden van hun leefgebied zwaarden en groter. Gemiddeld genomen is het vrouwtje wat kleiner en lichter dan het mannetje, maar dit verschil is bij een waarneming nauwelijks waar te nemen. Sinds de zwarte specht zich aan het begin van de 20e eeuw in Nederland heeft gevestigd, is zijn verspreidingsgebied fors toegenomen. De populatie had zijn maximale verspreiding tussen 1970 en 1980. De zwarte specht vestigde zich in deze periode in de duinstreken aan de kust, maar aan het eind van de 20e eeuw zijn de populaties daar weer verdwenen. Vanaf 1975 breidde hij zijn verspreidingsgebied vooral in Noord-Brabant uit. Tegenwoordig komt de zwarte specht in vrijwel alle grotere bossen op zandgronden in Oost- Midden- en Zuid-Nederland voor. Ze zijn echter zeldzaam in Flevoland, Zeeland en Noord- en Zuid-Holland. Men schat dat in 1985 het hoogste aantal broedparen in Nederland bevonden, met daarna een lichte afname. Sinds 1994 lijkt de populatie vrij stabiel. Bedreigingen in Nederland worden voornamelijk gevormd door veranderde bosbouwmethodes met minder grote kaalslagen, met donkerder bossen en een afname van mieren tot gevolg, en predatie door haviken. In de periode van 1999 tot 2003 waren er gemiddeld 1400 broedparen. In 2008 werd een lichte afname geconstateerd in delen van Drenthe, de Veluwe en Het Gooi. Toch zijn ornithologen optimistisch betreft de toekomst, daar het ouder worden van bossen zal resulteren in meer broedgelegenheid. Bovendien laat het huidige bosbeheer over het algemeen dood hout langer liggen. De populatie in het noorden mag dan afnemen, maar die in het zuiden neemt steeds meer toe. Bron: Wikipedia.org
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Komt voor in