206 keer bekeken
4

Bruin blauwtje

27 augustus, 2017
Bruin blauwtje (Aricia agestis) Brown Argus Dunkelbrauner Bläuling, Kleiner Sonnenröschen-Bläuling l'Argus Brun Levenscyclus Rups: begin juni-half juli en half augustus-eind april. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in de strooisellaag. De jonge rups eet de onderzijde van het weefsel van het blad en beschadigt de bovenste bladlaag niet; deze mineergang is vrij opvallend. Grotere rupsen eten van het volledige blad, de bloemen en de vruchten van de waardplant. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag vlak bij de waardplant. Ei-afzet Het vrouwtje dat eitjes wil afzetten vliegt met een fladderende vlucht laag boven de vegetatie om een geschikte plaats te vinden. Ze gebruikt planten met dikke, vlezige bladeren. Die groeien doorgaans in een beschutte, zonnige laagte of op kale open grond. Het eitje wordt vaak aan de onderzijde van het blad afgezet. Rups en verpopping De jonge rups eet de onderzijde van het weefsel van het blad en beschadigt de bovenste bladlaag niet. Deze mineergang met een kleine opening aan de onderzijde van het blad is vrij opvallend. Oudere rupsen eten niet alleen het volledige blad maar ook de bloemen en de vruchten. Soms worden rupsen verzorgd door mieren. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vlinders die als rups regelmatig door mieren zijn verzorgd, 10% groter zijn dan vlinders van niet verzorgde rupsen. De ontwikkeling van deze grotere individuen duurt echter een dag langer. De rups verpopt in de strooisellaag nabij de waardplant. Rupsen van de tweede generatie overwinteren, meestal op de grond onder de waardplant. Vlinders De eerste vlinders verschijnen begin mei. De dichtheid aan vlinders is doorgaans hoog, zo´n 14 tot 90 individuen per hectare. De vlinders besteden relatief veel tijd, circa 60% van de dag, aan het zoeken naar nectar van verschillende kruiden, ook van soorten die niet vaak door andere vlinders worden gebruikt, zoals boerenwormkruid en gewoon duizendblad. Jacobskruiskruid is echter favoriet. ´s Nachts rusten de vlinders vaak in groepen, soms samen met andere blauwtjes, hangend aan grassprieten met de kop naar beneden. ´s Ochtends zonnen ze nog een tijdje samen met uitgespreide vleugels. Mannetjes hebben twee strategieën om een partner te vinden: wachten op een open plekje op de grond of patrouilleren. Ontdekt een mannetje een vrouwtje, dan maken de vlinders een korte zigzagvlucht, waarna ze op een graspol landen om te paren. Ongeveer twee dagen na de paring zijn de eitjes rijp.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Komt voor in