Op pad in de natuur: zo fotografeer je stadsparken

9 augustus 2021 08:38
redactiezoomnl

Bij Hollandse landschappen denk je waarschijnlijk meteen aan een van de vele prachtige natuurgebieden – maar je kunt het ook dichter bij huis zoeken. Stadsparken zijn groene oases, waar elk seizoen wel iets moois bloeit!

We noemen het stadsparken, maar behalve in steden, is in elke plaats of dorp wel iets van een park te vinden waar jij je heerlijk kunt uitleven. Deze pareltjes zijn vaak een beetje ondergewaardeerd, omdat ze simpelweg een stuk minder voor de hand liggen dan de overbekende natuurgebieden. Dat biedt meteen kansen om unieke foto’s te maken. En omdat parken meestal dichtbij zijn, kun je er ook heen als je maar een uurtje tijd hebt, of als je plotseling ziet dat er een prachtige lucht of zonsondergang aan het ontstaan is.

Wil je weten hoe je een stadspark vindt dat de moeite van het fotograferen waard is, wat je daar zoal kunt vastleggen en hoe je hierbij te werk gaat? In dit artikel vertellen we je erover.

Deze foto, gemaakt in het Wilhelminapark in Sneek, laat zien dat je ook dicht bij huis opvallende landschapsfoto’s kunt maken.

Douwe Auke Steiginga
Canon 4000D · ISO 100 · F 8 · 1/200 SEC · 32 MM

Waar moet je zijn?

De kans is groot dat je zo uit je hoofd al een of meerdere parken bij jou in de buurt kunt opnoemen, maar zelfs dan is het een goed idee om even de plattegrond van jouw woonplaats erbij te pakken. Dat kan ook gewoon Google Maps zijn op je computer of smartphone. Waar zich parken bevinden zie je in één oogopslag aan de lapjes groen tussen de wirwar aan wegen en bebouwing. Ook langs de stadsrand zijn vaak prachtige parken en zelfs bescheiden natuurgebieden te vinden.

Je kunt op Google Maps meteen een eerste verkenning doen, omdat je zodra je inzoomt allerlei paadjes en waterpartijen ontdekt. Schakel je van de standaard plattegrond over naar satellietweergave en zoom je verder in, dan kun je ook alvast een inschatting maken van waar zich verschillende soorten begroeiing bevinden, waar grasvelden, zandvlaktes, of andere open plekken zijn en waar je wellicht een fotogenieke steiger in een vijver of meertje kunt vinden. Vervolgens is het een kwestie van een wandeling of fietstocht door het park zelf maken om de mooiste plekjes te ontdekken.

In een park kun je dus een grote variëteit aan landschapselementen verwachten, allemaal samengepakt op een relatief kleine oppervlakte. Zo zijn er ook meerdere soorten bomen, struiken, planten, bloemen en soms zelfs bloesembomen te vinden. Wil je per se een bepaalde boom of plant in volle glorie fotograferen, zoek dan online op wanneer deze precies in bloei staat. Je kunt natuurlijk ook gewoon regelmatig even langsgaan. Dan zie je vanzelf de veranderingen – extra leuk als je bijvoorbeeld het verloop van de seizoenen wilt vastleggen!

Misschien weet je al een mooi park in de buurt; gebruik anders bijvoorbeeld Google Maps om er een te vinden. Deze foto is genomen in het Stouwepark in Wierden.

Loek Kraamer
Canon 700D · ISO 200 · F 9 · 1/100 SEC · 22 MM

Gebruik het licht

Het mooiste fotografielicht kun je verwachten tijdens het gouden uur in de ochtend of in de avond. Dat is dan ook bij uitstek een ideaal moment om een verkenningstocht te maken. Want dan zie je meteen hoe het licht in het park valt en wat de mooiste locaties zijn. Op andere tijdstippen langsgaan kan natuurlijk ook. Maak dan alvast een (mentaal) lijstje van veelbelovende locaties en probeer in te schatten wanneer ze het mooiste licht vangen, zodat je er op het beste moment kunt terugkomen.

Als we het over het gouden uur hebben, is een ligging ongeveer richting de ondergaande of opkomende zon uitermate geschikt. Op die manier kun je het warme licht en een eventuele verkleuring van de lucht goed vastleggen. Is er water in de buurt, ga dan op zoek naar een standpunt waarbij je de reflectie van dit kleurenspektakel goed kunt vastleggen. Vooral als het windstil is, zal de weerspiegeling kristalhelder zijn.

Omdat de zon laag staat en je al snel met tegenlicht werkt, krijg je contrastrijke foto’s. In beeld zijn namelijk zowel heldere zonverlichte gebieden als gebieden die grotendeels in de schaduw liggen. Bladeren, bloemen en pluimen die nog zonlicht vangen steken nu extra goed af tegen een donkere achtergrond, omdat het licht erlangs of doorheen kan schijnen.

Belichtingstrapje of grijsverloopfilter

Vanwege het hoge contrast zul je bij tegenlicht vaak een belichtingstrapje moeten maken, om te voorkomen dat de lucht overbelicht raakt of het landschap te donker blijft. Hierbij laat je de camera automatisch drie of meer verschillend belichte foto’s maken. Achteraf bepaal je welke het beste is, of je combineert enkele beelden in bijvoorbeeld Lightroom of Photoshop om een hdr-foto te maken (tonemapping).

Wat ook kan, is een grijsverloopfilter gebruiken. Dat is een filter waarvan de ene helft grijs en de andere helft volledig doorzichtig is. Met het grijze deel dek je de felle lucht af, waardoor je het contrast beter in balans brengt en je de lucht alsnog samen met het park goed belicht op één foto krijgt.

Fotografeer je daarentegen met het licht mee, dus grofweg met de ondergaande of opkomende zon in je rug, dan wordt het park veel gelijkmatiger verlicht. Omdat het licht nu nagenoeg van voren op het landschap schijnt, is het lichtcontrast minder extreem, terwijl je nog steeds profiteert van het warme licht en de mooie kleuren. Dat neemt overigens niet weg dat je ook nu schaduwgebieden hebt, omdat de zon laag staat en daardoor hier en daar ergens door wordt geblokkeerd. Ook als je schuin van de zon af fotografeert blijft het contrast aardig binnen de perken, al zal het aan de zonkant wel zichtbaar hoger zijn dan aan de tegenoverliggende zijde.

Op deze foto, genomen in het Bloesempark in Amstelveen, wordt het tegenlicht mooi gefilterd door de weelderige kersenbloesems.

Rob Visser
Sony Xperia 5 · ISO 64 · F 2,4 · 1/100 SEC · 2 MM

Schaduwen en leidende lijnen

Welke richting je ook uitkijkt, let vooral op hoe de schaduwen door het parklandschap lopen. Op zoiets als een grasveld kan een fraai lijnenspel ontstaan, zelfs al staat er alleen een eenzame boom aan de rand. Deze schaduwen kun je perfect gebruiken als lijnen om de aandacht van de kijker door de foto te leiden. Ook paden zijn hier ideaal voor, net als watertjes, een brug of de oever van een vijver. Zodra je op een plek met mooi uitzicht bent, loont het daarom de moeite om te kijken wat je in deze omgeving allemaal kunt gebruiken in je compositie om de aandacht te leiden.

Stadsparken zijn aangelegd en daar is dus altijd over nagedacht. Vandaar dat ze meer geordend en gestructureerd zijn dan een stuk ‘wilde’ natuur. Daardoor zijn er altijd wel lijnen en vormen te vinden die je goed kunt gebruiken. Jonge parken zien er nog wat kunstmatig uit, met veel nieuwe aanplant en vers aangelegde paden en oevers. Naarmate een park ouder wordt, ziet het er steeds natuurlijker en volgroeider uit. Sommige parkdelen lijken zelfs op een echt bos, moeras, of duingebied. Met een beetje handigheid is op jouw foto’s niet eens te zien dat je midden in de stad hebt gefotografeerd.

Vanaf het najaar is dit wel wat lastiger, want zodra de bomen kaal worden, zie je ineens de naastgelegen bebouwing of torenflats in de verte. Dat hoeft niet altijd een nadeel te zijn: langs de rand van een stadspark bevinden zich soms prachtige monumentale huizen. In dat geval is het een idee dit juist expres mee te nemen in je landschapsfoto, bijvoorbeeld als doorkijkje vanuit het park.

Ga op zoek naar leidende lijnen, zoals een brug of beek.

Jos Tielens
Nikon 1 J5 · ISO 160 · F 5,6 · 1/60 SEC · 10 MM

Drukte in het park

In een stadspark is het al snel drukker dan in een afgelegen natuurgebied. Je kunt je fotomomenten daarom het beste zorgvuldig plannen. In het weekend, op woensdagmiddag en met name bij mooi weer zal het altijd een stuk drukker zijn dan op andere momenten. Maar zelfs als er veel andere bezoekers zijn, kun je altijd wel een foto maken waarop het lijkt dat je het rijk alleen hebt.

Vaak volstaat het even te wachten tot een paar wandelaars uit beeld zijn verdwenen. Houdt een stelletje jouw favoriete plek hardnekkig bezet? Dan kun je misschien beter een andere keer terugkomen. Groot voordeel van een park is dat het nooit ver uit de buurt is en je dus makkelijk terug kunt komen voor een nieuwe poging.

Wat ook kan is een paar wandelaars of fietsers meenemen in het beeld. Als rustpunt en juist om het beeld wat levendiger te maken met een menselijk element. Op mistige of nevelige dagen kun je bijvoorbeeld een eenzame fietser of wandelaar vastleggen, waarbij het pad en de lantaarnpalen of bomen ernaast voor een mooie diepte in je foto zorgen. Voordeel van mist is meteen ook dat het zicht beperkt is, waardoor eventuele bebouwing niet meer te zien is.

Voorbijgangers kun je gebruiken om je compositie te versterken, zoals je op deze foto – genomen in het stadspark in Groningen – goed kunt zien.

Geert-Jan Korthuis
Sony A7 · ISO 100 · F 4 · 1/125 SEC · 50 MM