112 keer bekeken
7

CATWALK 3

26 februari, 2016
AMSTERDAM Rijksmuseum - Fashion is what goes out of fashion zei Coco Chanel. Gelukkig hebben de kleding en de accessoires in de modecollectie van het Rijksmuseum allle wisselingen in smaak en tijd overleefd. Niet alleen de kleding of bepaalde stoffen raakten in en uit de mode, ook het lichaam zelf; boezem,taille, heupen, billen, benen en schouders mochten nu eens wel dan weer niet worden getoond. We kennen het allemaal lachen om wat mensen en dus wijzelf vroeger droegen. Hoe durfde je dáárin rond te lopen? En toch lachten we op het moment zelf helemaal niet, maar voelden ons comfortabel of zelfs buitengewoon hip met onze padded shoulders of bell-bottems. Gelukkig begrepen sommigen in het verleden dat alle mode in feite tijdloos is en bewaarden zij hun kledingstukken zorgvuldig. Zij zijn nu de weldoeners van het museum en schenken jaarlijks tientallen schitterende voorwerpen van zijde, damast, velours, crêpe georgette of mousseline. In het Rijksmuseum is momenteel een tentoonstelling CATWALK te zien. Dit is een afbeelding van de jurk van de 22 jarige Helena Slicher. Zij droeg een indrukwekkende manteau toen zij op 4 september 1759 trouwde met baron Aelbrecht van Slingelandt. De japon is on-Nederlands van formaat. Jurk met sleep. Dames aan het hof droegen een manteau met een “staart” Later is de sleep gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Carolina van Oranje Nassau. Meer dan twee meter is dit de breedste jurk van Nederland. Je kon er alleen maar dwars mee door een deur. Stof werd toen maar 58cm breed geweven , dus voor de rok waren wel acht banen nodig. Adelijke bruiden droegen vaak echt verguld materiaal. Voor Helena afkomstig uit een welgestelde regentenfamilie maar niet van adel was dit waarschijnlijk niet gepast. De zijnaden op de rug zijn vastgezette plooien rechte lappen stof in model vouwen omdat zij geen patronen mochten knippen. Dat was voorbehouden aan mannelijke kleermakers. Ouderwetse versiering met bloemen vroeg 18e eeuws Met drie stroken afgezette mouw was in 1759 wel heel modieus. Om de rok wijd uit te laten staan droeg er hoepels onder. Omdat de ellebogen erop konden rusten heetten deze wel paniers an coudes (elleboogmandjes) Men trouwde toen nog niet in het wit dat kwam pas een eeuw later. Bruiden droegen vaak lichte kleuren zoals geel , roze. Samen op de sofa zitten was onmogelijk en de deur door ging alleen zijdelings maar indrukwekkend is ie wel. Deze bruidsjurk uit 1759 tevens topstuk uit de tentoonstelling.. 18 meter lichtblauwe ripzijde met geborduurd bloempatroon
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Komt voor in