bladwesp

foto is vanmorgen genomen 01-nov.2010. vin de beweging zo mooi in z,n voelsprieten bedankt voor de reacties op m,n vorige foto.mooi uit het archief gr jans Bladwespen, de onderorde Symphyta van de Vliesvleugeligen. Tot de Bladwespen behoren o.a. de superfamilies Bladwespachtigen (Tenthredinoidea), Houtwespen (Siricoidea) en Halmwespen (Cephoidea). Bladwespachtigen zijn kleine tot middelmatig grote insecten met grote, vliezige vleugels en, in het vrouwelijk geslacht, een legboor die als zaag is ingericht, waarmee in plantenweefsel sleuven worden gemaakt om de eieren in te leggen (vandaar dat men ze ook wel zaagwespen noemt). De larven leven alle op planten, soms als mineerders in planten, soms ook in gallen; zij lijken veel op rupsen. Van de echte rupsen zijn deze bastaardrupsen te onderscheiden door het bezit van één enkelvoudig oogje aan iedere zijde van de kop en zes tot acht paar poten aan het achterlijf. De echte rupsen hebben zes oogjes beiderzijds en ten hoogste vijf paar achterlijfspoten. De volwassen bladwespen hebben de likkende monddelen van de Vliesvleugeligen in primitieve vorm, de tong is nog kort, zodat men deze insecten vooral aantreft op bloemen met 'open' nectar, zoals schermbloemen. Door de vraat van de larven zijn sommige soorten schadelijk, bijv. de dennenbladwesp(Diprion pini); de appelzaagwesp(Hoplocampa testudinea), waarvan de geelwitte bastaardrupsen wormstekigheid in de vruchten veroorzaken, die voortijdig afvallen; en de bessenbladwesp(Pteronidea ribesii), vooral op kruisbessen. Op pruim veroorzaken de gele pruimenzaagwesp en de zwarte pruimenzaagwesp(Hoplocampa flava en H. minuta) schade. De meeste soorten leven in de noordelijke gematigde zone.