272 keer bekeken
4

Bi-valve rivier abstract - onderwater

7 maart, 2017
De schelp bestaat uit twee met een scharnier gelede kleppen. Sommige soorten, zoals Barnea candida, vertonen naast de twee kleppen nog een of meer accessorische schelpstukken. Ze kunnen identieke kleppen hebben (gelijkkleppig) of ongelijke kleppen (ongelijkkleppig). Als de umbo (de bolle top van de klep) zich op de middellijn van de schelp bevindt, worden de kleppen gelijkzijdig genoemd. Bevindt de umbo zich voor of achter de middellijn, dan is de schelp ongelijkzijdig. Sommige soorten, zoals die van de Mactridae, vertonen een chondrofoor: een holte waarin het binnenste deel van de slotband (ligament) is ingesloten. Ze hebben een bijlvormig zijdelings ingedeukt graafvoetje (pelecypoda) en zeer ontwikkelde, plaatvormige kieuwen (lamellibranchia). Ze leven allemaal in het water (meestal in zee). De twee kleppen worden aan elkaar gehouden door één of meer sluitspieren die een duidelijke aanhechtingsplaats laten zien op de binnenzijde van de kleppen (spierindruksels). Meestal worden de kleppen naar elkaar toe getrokken wanneer de sluitspier samentrekt. Naar gelang het aantal, de vorm en de werking van de sluitspieren kan men de volgende groepen onderscheiden: Dimyaria, zoals Mactra glauca, met twee even grote sluitspieren Heteromyaria, zoals Mytilus edulis, met twee ongelijke sluitspieren (de voorste sluitspier ligt dicht bij de top en is sterk gereduceerd) Monomyaria, zoals Ostrea edulis, met slechts één grote sluitspier Tweekleppigen uit de Pholadidae (Boormossels) waarbij de schelp zich opent als de voorste sluitspier samentrekt.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Komt voor in