De eerste stappen
Je begint natuurlijk met het openen van je foto’s. Of het importeren ervan, beter gezegd. Zodra je hiermee begint, kies je er automatisch voor dat je je foto uploadt naar de servers van Adobe. En dat is eigenlijk best handig. Want zo heb je er altijd toegang toe. Klaar voor de eerste stap? Open dan Photoshop Web en log in met je gebruikersnaam en wachtwoord. Na het inloggen kom je in het welkomstscherm. Je hebt nu rechtsboven in je scherm de keuze om een nieuw bestand te maken of een foto te importeren. Wij kiezen ervoor om een foto te importeren. Klik dus op Importeren.
Na deze keuze krijg je de mogelijkheid een foto, die je ergens op je computer, geheugenkaart of welke andere plek dan ook hebt staan, te selecteren en te uploaden. Belangrijk om te weten is dat het vooralsnog niet mogelijk is om meerdere bestanden tegelijkertijd te selecteren. Selecteer dus de foto die je wilt gaan bewerken en klik vervolgens op Open.
De foto van je keuze wordt nu geüpload naar de online opslagruimte van Creative Cloud. Heb je grote bestanden en een niet zo snelle internetverbinding, dan kan het natuurlijk even duren voordat het uploaden gereed is. Na het uploaden van een jpeg-bestand, hetgeen waar we mee beginnen, verschijnt je werkgebied in Photoshop Web. Vanuit hier kun je al je gewenste bewerkingen doen.
Het basisscherm van Photoshop Web kent een logische indeling. Aan de linkerzijde van je scherm vind je net als in de ‘gewone’ Photoshop de instrumenten die je kunt gebruiken. In de bovenbalk verschijnen de instrumentinstellingen die horen bij het gekozen instrument. Die info wijzigt dus en is dus afhankelijk van het gekozen instrument.
De rechterzijde van het scherm toont panelen. Zo zie je in ons voorbeeld de panelen Lagen en Eigenschappen. De panelen kunnen aan- en uitgezet worden met de vijf pictogrammen in de uiterst rechtse verticale balk. Die pictogrammen gelden als aan- en uitknoppen. Klik er maar eens op. Ingeschakeld worden ze grijs van kleur. Uitgeschakeld is die grijze markering weer verdwenen.
Handige functies
De eerste foto is ingeladen. We kunnen er nu mee aan de slag om de belangrijkste aanpassingen en verbeteringen te doen. Laten we eens kijken wat de handigste functies zijn.
Draaien en bijsnijden
Het is je wellicht al opgevallen. Onze foto van een rivier in Frankrijk staat behoorlijk scheef. Tijdens onze boottocht hebben we niet goed opgelet of we de camera wel helemaal recht hielden. Gelukkig kunnen we net als in de ‘echte’ Photoshop gebruikmaken van de croptool, oftewel het instrument Uitsnijden. Het bijsnijden van een foto en het rechtzetten is één van de meest voorkomende bewerkingen. Dus laten we die koe maar eens eerst bij de hoorns vatten. We kiezen dus voor de croptool als instrument aan de linkerzijde van het scherm.
Nadat je kiest voor de tool Uitsnijden, krijg je aan de rechterkant van je scherm de Eigenschappen te zien. Je kunt nu bij de schuif Roteren de waarde verslepen en zo je foto rechtzetten. Een andere mogelijkheid is om met je muisaanwijzer buiten de hoeken te gaan staan en je foto met ingedrukte muisknop te verdraaien. Uiteraard kun je ook de foto bijsnijden door de hoeken naar binnen te verslepen. Zo maak je snel en eenvoudig je perfect uitsnede. Klaar? Klik dan op Gereed om de tool te sluiten.
Snelle handelingen
Voor heel veel fotografen is het snel croppen en snijden samen met het vliegensvlug aanpassen van bijvoorbeeld kleur en contrast al vaak voldoende. Wil je niet uren editen, maar juist alleen met één druk op de knop je foto verbeteren? Maak dan gebruik van Snelle Handelingen, een handig paneel met verschillende automatische voorinstellingen en bewerkingen.
Het paneel is te openen met het derde pictogram van boven aan de rechterkant van je scherm. Je herkent het aan de drie sterretjes in de verticale balk. Het paneel opent, waarna je eenvoudig jouw keuze maakt. Zo zet je bijvoorbeeld snel je foto om naar sepia of zwart-wit, of je kiest ervoor om tinten automatisch te verbeteren. Het is een handige tool om snel tot een bepaald resultaat te komen. Kies je hier iets, dan zal Photoshop Web in veel gevallen ook lagen aanmaken, die je terugziet in je lagenoverzicht.
Opslaan en later verder werken
Het klinkt misschien logisch, maar toch, zo logisch is het niet. Wil je je werk veiligstellen, zodat je op een ander moment verder kunt werken, dan dien je je werk op te slaan.
Dat is niet per se heel logisch, want veel programma’s die vanuit een browser werken, slaan alles automatisch op. Dus als je dan zonder opslaan je browser sluit, is er niets aan de hand.
Bij Photoshop Web moet in basis wél je werk eerst opslaan, voordat je je browser afsluit. Zo worden alle wijzigingen doorgevoerd en kun je later gewoon verder werken. Het opslaan gaat via het menu boven in je scherm, te herkennen aan de drie streepjes.
Meer leren?
Wil je nog veel meer leren over bewerken in Photoshop? Volg dan onze nieuwe Zoom Academy cursus Photoshop in de Praktijk (2023), of bekijk hieronder onze livestream waarin we de nieuwe functies in Photoshop uitleggen en laten zien.
