Fotograferen in het donker voor beginners – 7 handige tips!

23 december 2022 08:20
redactiezoomnl

Als je net een camera hebt gekocht en ineens in een donkere situatie staat is het voor veel mensen even wennen. In de automatische stand popt er wellicht een ongewenste flitser omhoog of is je foto ineens vol met ruis. Hoe maak je foto’s in het donker? Wij geven je zeven handige tips!

Wil je meer leren over fotograferen in het donker? Volg dan de Fotografiecursus Avond en Nachtfotografie!

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen waarom de camera moeite heeft met een donkere situatie. De camera laat via de opening in de lens licht door, dat op een sensor valt. Hoe groter de opening (het diafragma), hoe meer licht er op de sensor valt.

Foto © RemonvanderZwaag

Als er een foto wordt gemaakt gaat de sluiter voor de sensor open en dicht. Hoe langer dit duurt (de sluitertijd), hoe meer licht er op sensor valt.

Tot slot kan de gevoeligheid van de sensor worden verhoogd (de iso-waarde). Hoe gevoeliger de sensor, hoe lichter de foto.

Dit zijn (extreem kort door de bocht) de basisprincipes van hoe een camera een foto maakt. Bekijk ook deze korte video over deze drie principes.

1. Gebruik een grote diafragma opening

Je staat in het donker en wilt een mooie foto maken; het is tijd om de camera van de automatische stand te halen en in de M-modus te zetten, die staat voor de handmatige modus (Manual Mode). In de M-modus kun je namelijk zelf de diafragma-opening, sluitertijd en iso-waarde bepalen, waarbij een grote diafragma-opening betekent dat er meer licht door het objectief op de sensor valt.

Gek genoeg staat een klein F-getal voor een grote diafragma-opening. Bijvoorbeeld: F2.8 is ‘lichtsterker’ dan F8. Vaak is een van de wieltjes op de camera toegewezen aan het wijzigen van het diafragma in M-stand. Kijk anders even in de handleiding met welke knop je het diafragma kunt aanpassen.

Gebruik je de kitlens? Dan ben je bij Nikon en Canon gebonden aan een maximale opening van F3.5 in de groothoekstand, tot F5.6 helemaal ingezoomd. (Dat is in beide gevallen niet heel lichtsterk.) Zoom helemaal uit om het diafragma op F3.5 te kunnen zetten, dat levert meer licht op in het donker.

Foto © nikoen

2. Kies een lichtsterke lens

Heb je net een camera gekocht en wil je in alle situaties foto’s kunnen maken? Dan raden wij van harte de 50mm F1.8 aan. Een zeer betaalbaar objectief (rond de 100,- euro), waarbij je veel waar voor je geld krijgt: het objectief is zeer lichtsterk (F1.8 is ideaal om in het donker mee te fotograferen) en voor die prijs zeer scherp in het midden én de hoeken. Lees hier vijf redenen om een 50mm F1.8 te kopen.

3. Gebruik een lange sluitertijd

Verleng je de sluitertijd, dan komt er meer licht in de camera op de sensor. Zet hem in een donkere ruimte bijvoorbeeld op 1 of 20 seconden en je zult zien dat er ineens veel meer licht aanwezig is dan je met je eigen ogen kunt waarnemen. Experimenteer hier veel mee om het gewenste resultaat te bereiken.

Maar let op! Een langere sluitertijd brengt ook bewegingsonscherpte met zich mee. Bij een lange sluitertijd kun je dus niet uit de hand fotograferen (je handen bewegen te veel) én je onderwerp mag niet bewegen. Het drastisch verlengen van de sluitertijd is dus alleen van toepassing op stilstaande onderwerpen, zoals het interieur van een appartement, een skyline of landschap.

Foto © RickKloekke

4. Verhoog de ISO-waarde

Maar hoe fotografeer je dan een persoon in een donkere ruimte als je al een lichtsterk objectief gebruikt en een korte sluitertijd moet hanteren om bewegingsonscherpte te voorkomen? Dan blijft er nog maar één optie over: verhoog de iso-waarde.

Door de gevoeligheid van de sensor te verhogen, komt er veel meer licht in de foto. Maar let op: hoe hoger de iso-waarde, hoe meer ruis. Standaard staat de iso-waarde bij de meeste camera’s op 100 en is elke volgende stap een verdubbeling van de gevoeligheid. (Dus: 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 etc.)

Bij de goedkoopste camera’s (en oudere camera’s) is er bij een iso-waarde van 800 al veel ruis te zien, omdat de ruisonderdrukking niet zo goed is ontwikkeld als bij duurdere en modernere camera’s. Bij de nieuwste camera’s kun je de iso-waarde gerust op 1600 of 3200 zetten om alsnog een vrijwel ruisvrije foto te krijgen. Tot slot geldt: hoe hoger de iso-waarde, hoe minder dynamisch bereik van kleuren en details in de foto. Doe dit dus alleen als het echt niet anders kan.

5. Fotografeer in RAW

Eerder schreven we al een artikel waarom elke fotograaf in raw-formaat moet fotograferen en niet in jpeg. Ook om ruis te voorkomen is dat belangrijk. Door in raw-formaat te fotograferen kun je achteraf je eigen ruisreductie in Lightroom of Photoshop toepassen om storende ruis te verwijderen, zonder kwaliteitsverlies.

6. Gebruik de ruisreductie bij een lange sluitertijd

Als je met een lange sluitertijd fotografeert (van bijvoorbeeld 35 seconden), dan bieden de meeste camera’s extra ruisreductie. De camera maakt dan meteen na de eerste foto een tweede foto met een dichte sluiter, om te kijken hoeveel ruis de sensor zelf veroorzaakt. Deze ruis wordt vervolgens uit de uiteindelijke foto gehaald. Voordeel: minder ruis. Nadeel: het duurt twee keer zolang om een foto te maken.

7. Gebruik een statief

Wil je echt lange sluitertijden halen en de ISO zo laag mogelijk houden? Gebruik dan een statief! Elke kleine beweging kan zorgen voor bewegingsonscherpte in de foto. Zelf het indrukken van de ontspanknop kan de camera een beetje bewegen en zorgen voor onscherpte in de foto. Gebruik de zelfontspanner om ook deze kleine bewegingen te voorkomen.

Heb je geen statief? Gebruik dan een rijstzak of improviseer ter plekke door je camera op bijvoorbeeld een muurtje of reling te plaatsen. Alle bewegingen die je kunt voorkomen helpen als je fotografeert in het donker!


De belangrijkste fotografie tips voor beginners

Wil je meer handige tips voor beginners? Bekijk dan dit overzichtsartikel of volg een van onze cursussen op Zoom Academy!

Bekijk ook deze video over fotograferen in het donker: