296 keer bekeken
0
Kasteelnienoord in een sneeuwbui.
sommigen hebben deze foto al gezien.andere foto site.ieder bedankt voor de reacties op m,n vorige foto Klaas en Piet.
en all een heel fijn weekend.gr jans.
Kasteel Nienoord
In het dorp Leek in Groningen staat achter een oude poort een groot wit landhuis. De Nienoord is niet zo'n heel oude borg, maar zij werd wel gebouwd op dezelfde plaats waar vroeger een oude burcht stond.
Spokende krijgers van de Nienoord
Het spookt rond deze borg. Het zijn de geesten van twee krijgers, vader en zoon, die bij de borg hun leger van vierduizend man bijeenroepen. Dit gebeurt echter steeds weer tevergeefs; de soldaten zijn er niet meer.
Het is een verhaal uit de Tachtigjarige Oorlog. Wigbold van Ewsum, `ridder Nienoort' zoals hij, naar zijn kasteel, werd genoemd had als ridder uit Groningerland dienst genomen in het Spaanse leger. Omdat de Groningers hem dat kwalijk namen, was hij opgestapt en had op eigen kosten een legertje van 4.000 man op de been gebracht, nu om de Spanjaarden te bestrijden.
In een van zijn gevechten raakte hij zwaargewond. Zijn zoon, die bij hem was, wist hem door velden en poelen uit het strijdveld weg te dragen. Hij heeft zijn vader zelfs, terwijl deze al stervende was, helemaal naar zijn kasteel teruggebracht. Daar stierven beiden in elkaars armen, want ook de zoon was zwaargewond...
Nu roepen zij nog steeds om hun soldaten.
De schatkamer van de Nienoord
In de borg Níenoord woonde eens een jonker, die op een dag eerst de hele familiegalerij aan stukken sloeg en daarna ook nog de oude borg in brand stak. In zijn eentje ging hij toen aan het graven en breken in de puinhopen. `Dat doet-ie om te kijken hoe jonker sien veurolders bouwd hadd'n,' zeiden de mensen. Het kasteel werd weer opgebouwd en is nu een museum van oude koetsen.
Maar dicht hierbij staat nog de schelpengrot, de oude schatkamer van de borg. Daar stonden kisten vol goud en zilver, vol sieraden en juwelen.
Op het kasteel werkte eens een meisje uit het dorp. Ze zou zo graag eens stiekem in de schatkamer gaan kijken. Toen op zekere dag de kasteelheer en zijn vrouw op reis waren, riep het kindermeisje de jonge freule, op wie zij moest passen, bij zich. Ze wist haar te overreden de sleutel uit de kamer van haar vader te halen en mee naar de schatkamer te gaan, waar het dienstmeisje niet uitgekeken raakte. Ze danste in het rond tussen al die schatten en juwelen en ze droeg het ene sieraad na het andere. Maar de jonge freule had er al gauw genoeg van. Ze liep weg, maar deed voor alle zekerheid de deur van de schatkamer op slot. Toen ze weer aan het spelen was, vergat ze het kindermeisje helemaal.
Bij thuiskomst van haar ouders moest ze natuurlijk het geheim wel verklappen. Kwaad liep de kasteelheer naar de schatkamer, waar hij het kindermeisje huilend aantrof. Uit straf voor haar pronkzucht moest ze in de schatkamer gevangenzitten totdat de muren bedekt waren met schelpen. Er kwamen kisten met schelpen op de plaats van de kisten met juwelen en door een luik kreeg het meisje eten en kaarsen. Tientallen jaren werkte het meisje hier aan de schelpenmuren, en eindelijk had zij het werk klaar. Toen mocht ze eruit. Zij liep blij weer in de buitenlucht, vrij! Meteen ging zij naar het meer in het dorp, maar in het heldere water schrok zij hevig van haar gezicht, dat na al die jaren mager en oud geworden was. Het meisje zakte in elkaar en is nooit meer opgestaan.
Nog altijd bestaat die schatkamer bij de Nienoord, waar alle muren vol schelpen zitten.
Anton van Oirschot
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Gebruikte apparatuur
Sony Cyber-shot DSC-H20
Opmerkingen