1093 keer bekeken
0
s
MZP5--Louvre
Micro zoomdag gehad met Twan. Paar daagjes bevriezen in Parijs :( Maar zeker de moeite waard van een snotneus.
Natuurlijk ook naar het Louvre, wat een enorm gebouw. Modern tussen oud doet het helemaal goed. :)
Het Louvre is gevestigd in een van oorsprong middeleeuws kasteel dat door de koningen van Frankrijk werd gebruikt. Het eerste kasteel op deze plek, gebouwd rondom een donjon, werd aangelegd door Filips II in 1190, als verdediging tegen de veelvuldige aanvallen van de Vikingen vanuit het westen, via hun primaire aanvalsroute de Seine. Nadat de Orde van Tempeliers in ongenade viel rond 1307, werd het Louvre het onderkomen van de koninklijke schatkist, die eerst in het hoofdkwartier van de Tempeliers werd bewaard.
Karel V maakte het kasteel, dat door stadsuitbreiding zijn strategische betekenis had verloren, tot zijn koninklijk paleis. Als liefhebber van kunst gaf hij het Louvre alvast iets van zijn toekomstige functie door een gedeelte van zijn bibliotheek (circa 12.000 manuscripten) er onder te brengen.
Het paleis leed zwaar onder de honderdjarige oorlog en hoewel Frans I erop aandrong om het paleis te herbouwen, duurde het tot 1528 tot er iets definitiefs gebeurde. In dit jaar werd de donjon van Filips II afgebroken. Er werden plannen ontwikkeld om het kasteel in de heersende Renaissancestijl weer op te bouwen en in 1546 werd Pierre Lescot aangesteld om zijn plan, vier vleugels rondom een ruime binnenplaats (de Cour carrée), te verwezenlijken. Dit complex vormt het oudste deel van het huidige Louvre en komt overeen met de 'Sully'-vleugel. De bouwactiviteiten omspanden de regeerperiodes van Frans I, Hendrik II en Karel IX, maar toen waren slechts twee van de vier vleugels verwezenlijkt.
Catharina de' Medici liet vanaf 1564 een nieuw paleis optrekken op zo'n 500 meter ten westen van het Louvre, de Tuilerieën, en onder Hendrik IV werd dit paleis met het Louvre verbonden door een vleugel langs de Seine, de kern van de huidige Denon-vleugel. De vleugels rondom de Cour Carré werden pas in de zeventiende eeuw voltooid.
Het plan van Hendrik IV, le grand dessin genoemd, dient als leidraad voor alle volgende generaties die zich met het uitbreiden en verbeteren van het Louvre bezighouden. Dit proces gaat, met vallen en opstaan, door tot Lodewijk XIV besluit zijn residentie te verplaatsen naar het Paleis van Versailles. Het Louvre raakt in onbruik als paleis en krijgt verschillende functies.
Het Louvre van paleis tot museum
De markies van Marigny, door Lodewijk XIV als beheerder van het Louvre aangesteld, liet, ondanks een beperkt budget, het cour carré voltooien door Jacques-Germain Soufflot. In 1779 krijgt de nieuwe beheerder, de graaf van Angiviller, het idee om het Louvre te gaan gebruiken als onderkomen voor (een gedeelte van) de koninklijke kunstcollectie. Zijn idee krijgt echter geen tijd om waarheid te worden door de tussenkomst van de Franse revolutie. Alhoewel door de revolutie er geen koning meer is, wordt het Louvre toch niet gezien als volledig volksbezit. D’Angiviller zet zijn idee voor een museum door bij de nieuwe machthebbers, die inzien dat de nationale kunstcollectie beschermd moet worden tegen de verwoestingen die de revolutie met zich meebrengt. Het idee van een nationaal erfgoed begint zich te ontwikkelen en in 1791 beslist de Wetgevende Vergadering dat in het Louvre een museum gevestigd zal worden. Op 10 augustus 1793 wordt het Louvre geopend als museum, één van de oudste ter wereld. Nog ouder zijn het Ashmolean Museum (1683), het museum van Dresden (1744) en de Vaticaanse musea (1784).
Van paleis was het Louvre nu een museum geworden, maar zowel in de collectie als in het uiterlijk van het gebouw zouden er nog veel dingen veranderen.
In de jaren na 1793 is het Louvre vooral een plek voor kunstenaars om inspiratie op te doen. Ze hebben hier de hele week de tijd voor, het gewone publiek wordt alleen op zondagen toegelaten.
Onder Napoleon Bonaparte krijgt het museum de enigszins ijdele naam Musée Napoléon, alhoewel het nog steeds geen museum is in de moderne zin van het woord. Dominique-Vivant Denon, naamgever van één van de huidige vleugels, is de eerste directeur onder Napoleon. Samen met zijn baas, die dankzij zijn veldtochten veel kunst buit maakt, geeft hij de aanzet tot wat het Louvre nu is, één van de grootste musea ter wereld.
Zowel onder Napoleon I als onder Napoleon III worden er nog diverse uitbreidingen aan het gebouw toegevoegd, zoals de gehele Richelieu-vleugel. Nauwelijks is het complex voltooid of de Commune verwoest in 1871 de Tuilerieën, zodat het Louvre tegenwoordig naar het westen toe niet meer afgesloten is.
Napoleon III maakt het mogelijk voor de gewone burgers om ook op andere dagen dan zondag het museum te bezoeken, waardoor het eindelijk zowel qua collectie als openbare toegang een modern museum wordt. Ondanks tegenslagen, zoals de brand tijdens de Commune van Parijs, blijft het museum groeien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de belangrijkste kunstwerken geëvacueerd na de invasie van Duitsland; beeldhouwwerken en sculpturen werden ingekist en getransporteerd op vlucht voor de Nazi's. Vele kunstwerken zoals de Mona Lisa en de Venus van Milo gingen een onzekere toekomst tegemoet.
De laatste grote uitbreiding, buiten de in een gebouw van dergelijke omvang gebruikelijke renovaties en verbouwingen, vindt redelijk recent plaats. Tijdens het presidentschap van François Mitterrand, zeker niet schuw van grote projecten (Grands Oeuvres, zie ook Bibliothèque nationale de France), wordt besloten om naast het toevoegen van de Richelieu-vleugel aan het museum, toen in gebruik als onderdeel van het ministerie van Financiën, het hele museum her in te richten en grondig aan te passen. Dit project duurde maar liefst achttien jaar (van 1981 tot 1999) en stond onder leiding van de Chinees-Amerikaanse architect I.M. Pei. Zijn plan deed in eerste instantie veel stof opwaaien in Franse kringen, vooral door de toepassing van moderne architectuur in een belangrijk Frans cultuuricoon. Het grootste struikelblok waren de inmiddels beroemde Piramiden, bedoeld om de ondergrondse ingangshal te markeren en van daglicht te voorzien. Uiteindelijk verstomde het protest en de uitbreidingen en aanpassingen maakten van het Louvre het op twee na grootste museum ter wereld. Alleen het Metropolitan Museum of Art in New York en de Hermitage in Sint-Petersburg zijn groter.
Zo alweer iedereen wat wijzer die het hele verhaal leest ;)
grtz skoala
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen