Kleine Komedie

De Kleine Komedie, in 1786 gebouwd als Theatre Français sur l'Erwtemarkt is het oudste theater van Amsterdam en kent een veelkleurige en roerige geschiedenis. Na de Franse bloeiperiode, waarin koning Willem I en Napoleon tot de regelmatige bezoekers behoorden, volgde begin vorige eeuw een korte episode waarin het gebouw als Neues Deutsches Theater werd benut. Daarna werd het achtereenvolgens in gebruik genomen als Schotse Zendingskerk (dr. Carl Schwarz), collegezaal van de Vrije Universiteit (Abraham Kuyper) en in 1886 weer als (revue- en variété)theater (Koos Speenhoff). Tussen 1908 en ± 1935 fungeert het gebouw onder de naam Salvatori als debating arena van rechtse protestanten (o.l.v. prof. dr. A. de Hartog) en de linkse vrijdenkers van De Dageraad van A.L. Constandse. Daarna verliest het zijn culturele functie, tenzij men de fietsenstalling die de Amsterdamsche Bank er gedurende de oorlogsjaren van maakte, als zodanig wil benoemen. Het echtpaar Perin-Bouwmeester heropent het theater in 1947 als De Kleine Komedie. Toon Hermans, Potasch en Perlemoer, Wim Kan, Beppie Nooij, Fons Jansen e.v.a. vieren er triomfen en vestigen er een traditie die tot op de dag van vandaag voortleeft. In 1973 wordt het (ongesubsidieerde) theater door de brandweer afgekeurd en volgt er een periode van leegstand die slechts onderbroken wordt door een kraakactie van Neerlands Hoop in Bange Dagen. Op velerlei (particulier) initiatief wordt het theater in 1978 opgekalefaterd en feestelijk heropend. Mede dankzij de (beperkte) subsidie die de Gemeente Amsterdam na enige tijd verstrekt, ontwikkelt het zich tot een belangrijk podium voor een breed scala van vrije en gesubsidieerde producties. In 1988 dreigt het doek opnieuw te vallen, nu als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen. Na een reeks manifestaties, een ongekende publiciteitsgolf en een kamikazeactie van gelegenheidspoliticus Youp van 't Hek wordt het op het nippertje gered en twee jaar later structureel opgenomen in de opeenvolgende kunstenplannen van de Gemeente Amsterdam. Thans is De Kleine Komedie niet meer weg te denken uit het Amsterdamse en nationale theaterlandschap, zijnde het mekka van cabaret, kleinkunst en theatermuziek, en heeft het theater landelijk een toonaangevende functie. Met zijn (officieel) 503 stoelen is het een typisch middentheater dat optimaal functioneert als podium voor aanstormend en doorstromend talent. BRON : http://www.ikhouvantheater.nl/locatie.php?locatieID=24 Groet Nick