703 keer bekeken
2
Wij komen ter wereld
Wij komen ter wereld, met rouw, uit de graven: met rouw die gepast is, omdat wij nog dood zijn.
Ons lichaam bestond uit de grond en uit planten,
om eens te bereiken een veilige haven.
Een veilige haven: de schoot ener moeder, waar 't woelig verleden, geleidlijk en langzaam, eindelijk tot rust komt: ik dwaal in mijn vader.
In verscheidene stromen voltrekt zich het leven.
Maar keren wij terug tot de plechtige rouwstoet:
De lijkwagen voert, met spannende riemen, de paarden rustig tot vlak voor het sterfhuis.
De vrienden verspreiden zich, achterwaarts lopend.
Het sterfhuis? neen - laat het lééfhuis zijn naam zijn want, zij het met smarten, de dode ontwaakt hier, geneest van zijn kwalen en vindt er zijn krachten, aanvaardt er in ernst en in wijsheid de toekomst.
Verkwikkend is veelal de arbeid, en sterkend.
Tóch nuttig, zoals het opvullen van mijnen: het plaatsen van kolen en stinkende olie waar ze behoren,
diep in de aarde.
Gedeelte gedicht van Jan Hanlo 1912-1969
Dit gedicht moet gelezen worden als zijnde het feit dat de doden vanuit hun graven geboren worden. Daarna voltrekt zich alles in omgekeerde volgorde.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Gebruikte apparatuur
Canon EOS 7D
Opmerkingen