3855 keer bekeken
0

dit mannetjes eend wordt ook wel woerd genoemd

29 januari, 2009
(Bron Wikipedia) De Wilde Eend Overal in ons land zijn wilde eenden: in de polders, om en nabij grote wateren, in de stadsparken. De "volle bout virtuoos vlieger, is de enige nog bejaagbare waterwildsoort in Nederland. Het is daarom misschien wel onze belangrijkste wildsoort voor de jacht. Indeling Beschrijving Biotoop Voortbeweging Voedsel Voortplanting Het nest Vijanden en bedreiging Opening jacht Hondenwerk BESCHRIJVING Indeling: De wilde eend hoort tot de Anatidae (eendachtige) en Anatini (zwem- en grondeleenden). De in Nederland voorkomende soort kent twee ondersoorten. De wilde eend is in Nederland zeer talrijk. Het aantal Nederlandse broedvogels is 200.000 - 400.000 paar, het aantal eenden aan liet begin van het jachtseizoen wordt geschat op 1, 5 miljoen. Het winterbestand wordt aangevuld met "oostvogels" uit Noordwest-Rusland, Scandinavië, Noord-Duitsland en Noord-Polen. De standeenden verplaatsen zich alleen over korte afstanden. De midwinterpopulatie in Europa is rond de 5 miljoen. De overwinteringgebieden liggen vooral in West-, Zuid- en MIDDEN-EUROPA. Vanaf half juli zwerven ook Nederlandse vogels alle kanten uit, vaak echter in de richtingen NNW en NO. Beschrijving: Woerd en eendje zijn verschillend gekleurd. Het eendje valt met haar onopvallend bruine kleur tijdens het broeden nauwelijks op. De woerd draagt in het voortplantingsseizoen een prachtkleed. De groene kleur van de nek wordt veroorzaakt door lichtbreking via de bijzondere veerstructuur. Eenden hebben een grote stuitklier met vet dat zij aanbrengen op hun verenkleed. Twee maal per jaar zijn ze in de rui. De slagpennen worden echter slechts één maal per jaar - alle tegelijk, in de nazomer verwisseld. De vogels kunnen dan korte tijd niet vliegen en houden zich schuil in rustige, waterrijke gebieden met veel begroeiing. Hierna draagt de woerd het eclipskleed en lijkt het tot de herfst op het eendje. De geluiden, die eenden maken, zijn gekoppeld aan bepaalde lichaamshoudingen. Strottenhoofd - en dus stem van woerd en eendje verschillen. De eenlettergrepige loken waarschuwingsroep, een zacht "rèèb", is bij beide geslachten gelijk. Als deze roep wordt herhaald, is het dier van plan te vertrekken. Het tweelettergrepige "rèèb‑rèèb", met nadruk op de tweede lettergreep, dient om onderling contact te houden. Het eendje wijst de woerd af met herhaalde gak-geluiden. De zeslettergrepige roep van het eendje "kwègègègègègeg" wordt opgewekt door het vliegbeeld van soortgenoten. Bij de balts wordt een reeks nog andere geluiden en bewegingen gemaakt. Biotoop: Vooral waterrijke gebieden met voldoende dekking daar omheen. 's Winters in het hele land, met concentraties rond grote wateren. Voortbeweging: Tussen de donsveren wordt lucht vastgehouden om het drijfvermogen te verhogen. De eend zwemt als het ware met opgevouwen vleugels in een donzen "roeiboot". Het brede lichaam blijft bij wind en golfslag gemakkelijk in balans. Wilde eenden duiken ongaarne en meestal niet dieper dan een meter. Daarna worden de vleugels zorgvuldig druppelvrij gemaakt. Dankzij hun lange en spitse vleugels kunnen ze vrijwel loodrecht uit het water opstijgen. Het zijn "slagvliegers"; ze kunnen niet zweven, maar behoren wel tot de snelste vliegers van het vogelrijk. Door de ver naar achteren geplaatste poten moet bij iedere stap het zwaartepunt over het steunbeen worden gebracht. Dit verklaart de waggelende gang. Voedsel: De rand van de snavel is bezet met hoornlamellen; aan de puilt zit een harde nagel. Meestal foerageert de eend daarmee in het water door te "grondelen". ook eten eenden op het land. Als eenden grondelen zuigen zij met hun vlezige, gevoelige tong water op door de snavelspits en slaan dit met gesloten snavel via de randen weer naar buiten. Hierdoor ontstaat het bekende snaterende/slobberende geluid. Voedseldeeltjes worden door de snavelrand (met 27 zenuwknoppen per vierkante mm) herkend. Het voedsel is voornamelijk plantaardig. Zwemeenden foerageren vooral 's nachts. Voedselvluchten vinden plaats over 10 km en meer. Voortplanting: Tijdens de balts komt velerlei conflictgedrag voor, zoals poetsen naar de blauwe vleugelspiegel. Een andere bekende handeling is liet "pompen" met de nek. Als enkele woerden een luid kwakend eendje achtervolgen, hebben we te maken met een "verkrachtingspoging". De aanranders zijn de achtervolgende woerden - die na een tijdje onverrichterzake weer naar hun eigen partner terugkeren ‑ en de eega van het bedreigde eendje. Het nest: een kuiltje, ligt meestal op de grond en soms in een boomholte. Bij de eendjes ontstaan tussen de donsveren van de buik lange veren. Voor het legsel compleet is, trekt ze deze uit en gebruikt ze om het nest mee te omzomen en af te dekken. Er zijn tien tot twaalf eieren die na 28 dagen broeden uitkomen. De pullen zijn zeer schuw. Na negen tot elf maanden zijn ze geslachtsrijp. Sinds de oudheid wordt de wilde eend gedomesticeerd. Door bastaardsering met vele tamme eendenrassen vliegen er allerlei kruisingen rond. Vijanden en bedreiging: Slootwaterpeilverlaging. Het verdwijnen van oeverbegroeiing en waterplanten. Kraaiachtigen en andere nestschenners. Eendenpullen hebben te lijden onder reigers, ratten, snoeken, koud en nat weer en tekort aan eiwitrijk voedsel. Ook het autoverkeer (vooral in het voorjaar) en strenge winters maken veel slachtoffers onder de wilde eenden. In de zomer, wanneer het voor een lange tijd, droog en warm weer is, kan botulisme ook een groot gevaar zijn voor de eendenstand. BIOTOOP- EN VELDVERZORGING Veel eenden uit een verstedelijkte omgeving trekken in de broedperiode het platteland en zoeken daar de kleine slootjes op om in een rietpol, oude knotwilg of opgehangen eendenkorf hun nest te maken. Biotoopverbetering voor eenden zit hem in de eerste plaats in het aanbieden van broedgelegenheid en dat geldt niet alleen voor de stadseenden. De aanleg van kleine waterpartijen in de vorm van poelen en sloten levert dankbare logés op. Wie grond heeft of kan pachten in een rustig gebied nabij veel water, kan een grotere "eendenput" (laten) aanleggen met daar omheen een moerasachtige biotoop met veel riet, pollen en andere dekking en nestgelegenheid. De eenden zullen er dankbaar gebruik van maken. en bedankt voor de reacties op m,n vorige plaat.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Instellingen

Komt voor in