588 keer bekeken
0
Sneeuwuil (vrouw)
Ogen zijn een beetje dicht. Kijkt tegen de zon in .
Sneeuwuilen (Nyctea scandiaca) komen zelden voor in Nederland. Hun voornaamste woongebied is het gebied van de Noordpool: Noorwegen, Zweden, Finland, Noord-Rusland en Noord-Canada. De sneeuwuil is een van de grootste uilensoorten. Op de Noordpool is het zelfs de grootste vogel die daar leeft.
Lichaam
Een sneeuwuil kan een lengte hebben die variëert van 50 tot 70 centimeter. De spanwijdte bedraagt 128-148 centimeter en hun gewicht verschilt per geslacht. Zo wegen mannetjes ongeveer 1,75 kilo. Vrouwtjes wegen daarentegen ongeveer 2,1 kilo. Een mannetjes sneeuwuil en een vrouwtje lijken niet op elkaar. Zo is het mannetje over het algemeen helemaal wit. Het vrouwtje heeft enkele donkere vlekken op haar huid zitten, doordat er op iedere veer een bruine band zit. Slechts haar hoofd en nek zijn helemaal wit.
Sneeuwuilen worden gemiddeld 9-10 jaar in het wild. In gevangenschap kan de leeftijd drastisch oplopen tot maximaal 35 jaar.
Omgeving
Sneeuwuilen leven en broeden op kale vlakten van de toendra. Meestal staan daar ook enkele rotsen, zodat de sneeuwuil op de uitkijk kan staan voor prooidieren of vijanden. Ook dient de rots voor een veilige plats voor een nest, hoewel die vaak uit niet meer dan een diepe kuil in de grond bestaat.
Leefgemeenschap
Mannetjes laten in de broedtijd met luid geroep weten welk rots van hen is. Hiermee proberen ze vrouwtjes te lokken om mee te paren. Zijn zogenoemde ‘baltsroep’ is te horen op 10 kilometer afstand. Een vrouwtje legt per worp een verschillend aantal eieren. Dit hangt van een aantal dingen af. Zo leggen ze in perioden waarin er weinig voedsel is maar drie tot vier eieren, maar in perioden waarin er veel prooidieren zijn, kunnen ze er wel tien tot twaalf leggen. Overigens geldt wel dat de sterkste kuikens tijdens perioden waarin weinig voedsel is, altijd vooraan staan bij het voeren door hun ouders. In tijden dat er te weinig eten is, zijn ze zelfs in staat hun jongere broertjes of zusjes te doden en op te eten. Na twee maanden zijn de kuikens uitgegroeid tot volwassen sneeuwuilen en in staat om voor zichzelf te zorgen. In de zomer moeten ze zoveel mogelijk jagen en eten zodat er een vetlaag van wel 2 centimeter ontstaat onder hun veren. De winters op de Noordpool zijn erg koud en het is er donker, dag en nacht. Met de vetlaag die de sneeuwuil in de zomer heeft aangelegd kan hij wel 40 dagen doen. Vaak heeft hij bij zijn nest ook een voedselvoorraad aangelegd van soms wel 80 lemmingen. Hij hoeft dus geen eten te zoeken in de winter.
Buiten het broedseizoen hebben sneeuwuilen geen vaste plek. Ze zijn zwerfvogels die het overal vol kunnen houden. Als er in de zomer weinig lemmingen te vinden zijn, trekt de sneeuwuil naar het zuiden. Eén keer in de vier jaar maken de sneeuwuilen zelfs hele lange zwerftochten waarbij ze zelfs in andere landen komen, waaronder Nederland en België. In Nederland zijn er sinds 1800 slechts 15 sneeuwuilen gezien.
Voedsel
De sneeuwuil is een roofdier. Zijn voedsel bestaat o.a. uit lemmingen, sneeuwhazen, sneeuwhoenders. Ze jagen overdag, iets wat bij uilen heel bijzonder is. Jagen doet een sneeuwuil door eerst goed de omgeving af te speuren. Vervolgens duikt hij op de prooi af en gaat er laag boven vliegen. Met zijn klauwen grijpt hij daarna de prooi en doodt hij hem met zijn nagels.
Zelf is de sneeuwuil voedsel van o.a. woven en poolvossen. Toch vecht een sneeuwuil vaak terug als hij wordt aangevallen door zo’n dier.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen