426 keer bekeken
3

Kauwtje aan de restanten van een gebakken vis.

12 maart, 2014
De kauw (Corvus monedula, ook Coloeus monedula) behoort tot de kraaiachtigen en is een van de kleinste leden van deze familie (34-39 cm lang). Kenmerkend zijn de grijze kleur van de zijhals en het achterhoofd en de lichtgroen-grijze oogring. Vrijwel volledig zwarte exemplaren komen overigens ook voor. Kauwen komen meestal in groepen of paren voor en foerageren vaak gezamenlijk in weilanden en wegbermen, ook binnen de bebouwde kom. De paarband blijft ook binnen een grotere groep waarneembaar. De roep is een tsjak-tsjak-achtig geluid. In de groep hebben ze veel geluiden waarmee ze communiceren, van vrolijk kwetteren tot zacht tokkelen (kikakaka ko). De bekendste roep is hun naam "kauw kauw". Kauwen hebben een zeer uitgebreid menu, dat voornamelijk bestaat uit kleine ongewervelde dieren (zoals insecten, slakken en spinnen), zaden, granen, eieren en fruit. In de omgeving van de mens doen kauwen zich ook tegoed aan afval, kattenbrokken en karkassen van overreden dieren. Kauwen vertonen actief voedseldelen onder soortgenoten, onafhankelijk van het geslacht of de verwantschap tussen donor en acceptor. Dit voedseldelen gebeurt voornamelijk op initiatief van de voedseldonor. Kauwen kennen een uitgebreider voedseldelen dan reeds waargenomen bij andere soorten, zoals chimpansees. De reden voor dit voedseldelen is nog niet volledig bekend. Kauwen zijn intelligente vogels die vroeger als huisdier werden gehouden. Vooral als ze als jong al met de mens in contact komen, kunnen ze erg tam worden. Het is tegenwoordig echter wettelijk niet meer toegestaan om kauwen te houden. In Nederland en België nestelen ze meestal in groepen in bomen, elders ook wel op rotswanden en in schoorstenen. De 4-5 eieren worden 16-17 dagen bebroed en de jongen vliegen na ongeveer 30-35 dagen uit.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Gebruikte apparatuur

Panasonic Lumix DMC-FZ45
Flitser uit, verplichte modus

Komt voor in