606 keer bekeken
16

See No Evil, Hear No Evil..

9 juli, 2015
Deze twee damhert hinde's observeren zorgvuldig samen de omgeving naar dreigend gevaar. Het damhert (Dama dama) Het woord ‘dama’ is op het indogermaans en persische woord Dama/dam terug te voeren wat zoveel zou betekenen als ‘tam’ of ‘huisdier’. Het woord ‘hert’ is afgeleid van het Germaanse xeruta, wat gehoornd dier betekent. Het damhert behoort tot de familie Herten. Gemeenschappelijke kenmerken van herten zijn dat de mannetjesdieren (behalve rendieren) een gewei dragen dat jaarlijks wordt afgeworpen en opnieuw en groter aangroeit. Ook zijn het herkauwers. Een mannetje bij de hertenfamilie heet hert of bok (ree), een vrouwtje hinde of geit (ree). Het damhert staat wat formaat betreft tussen ree en edelhert in. De kleur van zijn vacht is oorspronkelijk roodbruin, zwart of gevlekt, maar er komen (ook binnen één roedel) veel kleurvarianten en zelfs effen zwart en geheel witte exemplaren voor. Bovendien heeft het damhert een zomervacht en wintervacht die qua kleur van elkaar verschillen. De wintervacht is meestal grijs-beige en vertoont enkele lichtere vlekken, de zomervacht die na een verharingsperiode van circa 40 dagen verschijnt is kastanjebruin met soms witte vlekken. Bij alle dieren loopt een donkere aalstreep vanaf de staartwortel over het laatste deel van de rug. Het achterwerk, ook wel spiegel genoemd, is vaak wit (niet altijd) met een zwarte middenstreep en aan de bovenzijde zwart omrand. Zijn staart is opvallend lang met aan de bovenzijde een donkere lengtestreep. Hij heeft donkere ogen, grote oren die duidelijk aan de zijkant van de kop uitsteken. Zijn snuit is spits met een zwarte neusspiegel en duidelijk zichtbare neusgaten. De witte vlek op de onderlip (zoals bij ree en hert) ontbreekt. Volwassen mannetjes hebben een opvallende adamsappel en een schoffelvormig gewei. Het formaat van het gewei hangt sterk af van erfelijke eigenschappen, leeftijd en conditie. Hierdoor varieert zelfs bij herten van dezelfde leeftijd het gewei in vorm en grootte. In het tweede jaar is het gewei spiesvormig en vanaf het derde jaar ontwikkelen zich zijtakken en wordt het gewei handvormig. Een geweistang (1 zijde van het gewei) kan circa 50 cm lang worden. Als een damhert 8-12 jaar is, heeft het gewei zijn maximale grootte bereikt en op latere leeftijd wordt het weer kleiner . Het gewei wordt elk jaar weer in april of mei afgeworpen, waarna het gelijk weer begint aan te groeien. Het gewei is eerst bedekt door de basthuid, een dunne laag vaten met huid . Die basthuid wordt in augustus en september afgeschuurd, waarna het bekende hoornige gewei bloot komt te liggen. Het damhert is meestal zwijgzaam. Een kalfje en zijn moeder maken blatende geluiden naar elkaar. Bij gevaar laat een hinde korte, heftige blafjes horen en bij pijn slaken damherten een langgerekt geblaat. In de bronsttijd maken mannetjes luide, boerende en knorrende roepen en hindes ’miauwen’ tijdens de bronst. Ander fotowerk van mij kunt u buiten zoom vinden op mijn website [url=http://jvbfotografie.jimdo.com]JvBfotografie[/url] en daar kunt u ook mijn nieuwste blog lezen "Dit was... Juni 2015" met het overzicht van mijn fotografie activiteiten in de maand juni.. in woord en beeld. Ik wens alle zoomers en hele mooie en fijne dag! Groet, jan..
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Komt voor in