Ijsvogel

De IJsvogel leeft in de omgeving van water. Ze hebben zich gespecialiseerd in het vangen van kleine vis. De visjes worden vanaf een zitpost vlak boven het water (vaak een overhangende tak) op zicht gelokaliseerd. Met een snoekduik vanaf de zitpost wordt de vis gevangen. (Soms hangen ze eerst nog biddend boven het water). Vaak vliegen ze hierna terug naar de zitpost. Hier slaan ze de vis dood en draaien hem zo dat de vinnen naar achteren wijzen en de vis makkelijk naar binnen glijdt. Vanwege deze levenswijze moeten er ook bomen en of struiken aanwezig zijn en moet het water visrijk en redelijk helder zijn. Als er wordt voldaan aan die eisen, kan de ijsvogel een vrij algemene verschijning zijn. Ijsvogels zijn echter gevoelig voor strenge winters. Een extreem strenge winter kan de ijsvogel in Nederland bijna uitroeien. Ze hebben wel meerdere legsels per jaar, dus de populatie kan na zo´n winter binnen enkele jaren weer op een redelijk peil zijn. In deze eeuw is de soort door de zachte winters toegenomen van 300 paar naar ongeveer 600 broedpaar in 2006. In de jaren zeventig schommelde het aantal broedparen altijd rond de paar honderd. IJsvogels broeden in steile wanden, bijvoorbeeld in het met zand omgeven wortselstelsel van een omgevallen boom. Ze graven een lange nestgang in deze wand (vaak tot wel 1 meter lang) Gr Luc en fijn weekend.