Koningsgier.

De koningsgier leeft in de regenwouden, in bergachtige gebieden en in beboste vlaktes in Midden- en Zuid-Amerika. Zijn leefgebied spreidt zich uit van Mexico tot Argentinië. Hij is gemiddeld 75 cm lang en zijn vleugels hebben een spanwijdte van maar liefst 2 meter. Opvallend is het aangroeisel bovenop de snavel. Dit is een felgekleurd stukje vlees, geen hoornachtig weefsel. Onderzoekers menen dat het een belangrijke rol speelt bij de partnervorming van deze grote gieren. Koningsgieren zijn echte aaseters, ze doden maar zelden zelf een prooi. Als een van de weinige vogelsoorten gaan ze hierbij vooral op hun reukvermogen af. Ze hebben niet zulke scherpe ogen als veel andere roofvogels.