kolibrie

De kleur van een kolibrie komt voornamelijk voort uit het licht dat op zijn veren schijnt. Veren bevatten pigmenten die specifieke golflengten van het licht absorberen en andere reflecteren. Wanneer het zonlicht op de veren van een kolibrie valt, wordt het witte licht in verschillende kleuren gebroken en verstrooid door de microscopische structuren in de veren. Dit staat bekend als iriseren, een fenomeen dat vergelijkbaar is met wat er gebeurt bij een zeepbel of een olievlek. Door de iriserende eigenschappen van de veren kan het licht worden gebogen en gereflecteerd, waardoor we een schitterend kleurenspectrum kunnen waarnemen. Afhankelijk van de kijkhoek en de intensiteit van het licht, kunnen kolibries verschillende kleuren laten zien, variërend van schitterend groen en blauw tot felle tinten rood en oranje. Deze kleurenpracht is essentieel voor het aantrekken van partners tijdens het broedseizoen en dient als een manier om territorium af te bakenen.