inheems Eikenbladluis Lachnus roboris Linnaeus,1758

Deze avond wat in de tuin foto's gemaakt. De eik draagt een massa eikels en vond ik wel eens leuk om te fotograferen. Op één ervan vond ik deze Eikenbladluis. Op Waarnemingen.be vond ik er onderstaande uitleg over. Familie bladluizen (Aphididae). Kenmerken: Vaak een peervormig lichaam, antennen, steeksnuit (rostrum), een paar siphonen of siphunculi (buisjes, variabel van vorm soms ontbrekend, op vijfde of zesde tergiet), cauda (lichaamsuiteinde in de vorm van een kort staartje) Bladluizen zijn vivipaar (levendbarend). Het grootste deel van het jaar zijn er alleen vrouwtjes. die jongen krijgen zonder bevruchting (aseksuele voortplanting - parthenogenetisch). Pas in de herfst worden mannetjes gevormd, die vrouwtjes bevruchten. Die leggen eitjes (ovipaar), die overwinteren (wintereitjes), waaruit de fundatrices (stammoeders) ontstaan, die dan weer levendbarend zijn. Dat heet cyclisch parthenogenetisch. Er zijn ook volledig parthenogenetische soorten en soorten met beide vormen. De meeste bladluizen zijn afhankelijk van één plantensoort of enkele verwanten plantensoorten. Sommige bladluizen leven afwisselend in een jaar op twee verschillende plantensoorten. Een zomerwaard en een winterwaard. Dit wordt waardplantwisseling genoemd. Naast ongevleugelde volwassen luizen (apteren) moeten daarvoor gevleugelde luizen (alaten) zijn.