1359 keer bekeken
0

Baarduil

20 maart, 2007
Uilen Voor de meeste mensen zijn uilen misterieuze vogels. Je ziet ze zelden, hooguit als een schim in de schemering en verder komen er alleen (angstaanjagende) geluiden uit het bos, een holle boom, oude schuur of kerktoren wanneer de uilen in de nacht actief zijn.Ze hebben heel goed gehoor.De ogen van de uil staan in tegenstelling van de andere vogelsoorten net als bij de mens aan de voorkant van de kop geplaatst. Iedere uil kan zijn kop 270 graden draaien. Een uil kan dus alle kanten uit kijken zonder zijn lichaam te verdraaien Muizen Uilen hebben ontzettend goede ogen, waarmee ze vele malen beter in het donker kunnen zien dan mensen. Ook hun gehoor is vele malen beter dan dat van ons. Bovendien bezitten uilen een sterke, gebogen snavel en stevige klauwen met vlijmscherpe nagels. En de veren van hun vleugels hebben fijn vertakte donsachtige uiteinden die ervoor zorgen dat ze geluidloos kunnen vliegen. Al deze hulpmiddelen zijn nodig om succesvol te kunnen jagen op muizen en andere 'lekkere hapjes'. Als het buiten donker wordt, gaan de uilen op jacht. Het hoofdvoedsel van uilen bestaat uit muizen: veldmuizen, bosmuizen, spitsmuizen en woelmuizen. Daarnaast eten uilen ook grotere zoogdieren, zoals jonge hazen, konijnen en mollen. En als er een tekort is aan muizen, vangen uilen ook wel eens kleine vogels, padden, kikkers of insecten. Meestal gaan de grote uilen op de grote prooien af en beperken de kleine uilen zich tot de kleine prooien. Braakballen Uilen eten hun prooien helemaal op. Zelfs haartjes, veertjes en botjes gaan mee naar binnen. Maar niet alles is even goed verteerbaar. De onverteerbare delen worden door de uilen uitgebraakt in de vorm van ballen. Deze ballen worden braakballen of uilenballen genoemd. Als je ergens een braakbal vindt, dan weet je dat er uilen in de buurt zijn. Het is heel interessant om een braakbal uit elkaar te halen, want je kunt dan precies nagaan wat de uil gegeten heeft. Als je een braakbal even in warm water legt, valt hij gemakkelijk uit elkaar. Daarna kun je met een pincet en een vergrootglas de onderdeeltjes van de braakbal verder uit elkaar halen en bekijken. Roetsplaats Overdag slapen de meeste uilen. Dat doen ze op een vaste plaats, die de roestplaats genoemd wordt. Uilen zijn op hun roestplaats heel moeilijk te ontdekken. De ransuil kan het beste verstoppertje spelen. Hij zit het liefst hoog in een boom, zo dicht mogelijk tegen de stam aangedrukt. De steenuil speelt minder graag verstoppertje. Je kunt hem overdag nog wel eens zien zitten op een paaltje in het weiland. Voor alle uilen geldt dat ze een schutkleur hebben, waardoor ze zo min mogelijk opvallen in hun natuurlijke omgeving. Zo heeft de bosuil bijvoorbeeld een vrij donker verenkleed, terwijl het verenkleed van de (niet in Belgie voorkomende) sneeuwuil grotendeels wit van kleur is Nesten Uilen besteden weinig tijd aan het maken van een nest. Veel uilen leggen hun eieren in verlaten nesten van andere vogels. Daarnaast behoren holten, nissen en spleten tot de favoriete nestelplaatsen van veel uilen. Er zijn ook uilen die op de grond nestelen, zoals de velduil en de (niet in Belgie voorkomende) sneeuwuil. En de steenuil nestelt graag in knotwilgen en op oude leegstaande zolders. De eieren van uilen zijn rond. Zodra het vrouwtje haar eerste ei gelegd heeft, begint ze met broeden. Tijdens het broeden legt ze de andere eieren. Het eerstgelegde ei komt als eerste uit en het laatstgelegde ei als laatste. Het eerstgeboren jong en het laatstgeboren jong zullen dan ook zichtbaar verschillen in grootte. Het jong dat het hardste bedelt en het verst zijn bekje openspert, krijgt van zijn ouders het meeste eten. Hierdoor gebeurt het nog wel eens dat het kleinste en zwakste jong van de honger om komt. Uilskuikens Jonge uilen worden uilskuikens genoemd. Het aantal uilskuikens dat geboren wordt, hangt onder meer af van de hoeveelheid voedsel die de uilen tot hun beschikking hebben. Als er veel voedsel aanwezig is, zullen er veel uilskuikens geboren worden. Als er weinig voedsel is, zullen er minder uilskuikens ter wereld komen.Pasgeboren uilskuikens zijn helemaal bedekt met witte, zachte donsveertjes. Na verloop van tijd maken de donsveertjes plaats voor een echt verenkleed. Uilskuikens groeien hard. Binnen amper zeven weken zijn ze even groot als hun ouders. De tijd is dan gekomen om te leren vliegen en jagen. Als de winter aanbreekt worden de uilskuikens door hun ouders weggejaagd en moeten ze helemaal voor zichzelf zorgen. De jongen die niet sterk genoeg zijn, zullen omkomen van de honger. De sterkste uilen zullen overblijven. Zeldzaam Voor alle soorten uilen in Europa geldt dat ze vrij zeldzaam zijn. Het aantal uilen is in de loop van de jaren sterk afgenomen. Heel vroeger werden uilen doodgemaakt omdat de mensen toen dachten dat uilen ongeluk brachten. Tegenwoordig zijn de meeste mensen het erover eens dat uilen hele mooie en nuttige dieren zijn. Uilen staan er niet al te best voor. Van verschillende soorten is het voorkomen nog maar een schaduw van dat van vroeger, enkele staan aan de rand van de afgrond. In de jaren 50 en 60 werden in verschillende landen in West-Europa ineens opvallend veel dode roofvogels, waaronder uilen, gevonden. Men vermoedde dat vergiftiging de doodsoorzaak was. Onderzoek toonde aan dat het kwam door dodelijke stoffen in de landbouw. De grootste boosdoeners waren insecticiden (bestrijdingsmiddelen tegen insecten) en fungiciden (bestrijdingsmiddelen tegen schimmels). De roofvogels kregen deze stoffen binnen via hun prooidieren, die het gif weer via hun voedsel hadden opgenomen. Dus: graan werd bespoten met gif, veldmuizen aten het vergiftigde graan, uilen aten de vergiftigde muizen. Zo'n volgorde heet "een voedselketen". De uil zit aan het einde van deze voedselketen, dus als hij nu maar genoeg muizen eet dan krijgt hij al het gif naar binnen en gaat hij dood. We moeten daarbij bedenken dat het gif niet wordt afgebroken in het lichaam van de muis. Directe sterfte bleek niet het enige effect van landbouwvergif op uilen. In dezelfde periode ontdekte men steeds vaker dat uilen eieren legden met te dunne eischalen waardoor de eieren braken. Hiervoor bleek vooral DDT verantwoordelijk te zijn. Ook zaten vogels soms te broeden op eieren die maar niet uitkwamen omdat de embryo's (ongeboren dieren) dood waren gegaan. Toen in de jaren 70 duidelijk was, dat voortgezet gebruik van een aantal bestrijdingsmiddelen het einde van de roofvogels zou betekenen, werden de meeste toepassingen van die gevaarlijke middelen verboden. Dat wil niet zeggen dat de problemen met landbouwgif nu helemaal uit de wereld zijn. De huidige middelen hebben geen in het oog springende gevolgen, maar er zijn aanwijzingen dat er meer sluipende processen bij bepaalde soorten een rol spelen. Een andere bedreiging voor de uil is de verandering van het landschap, het gebied waarin ze leven. Door het opruimen van heggen, houtwallen en ouderwetse boomgaarden, door de toename van "sportieve" vormen van recreatie, gaan hun broedplaatsen verloren en vinden ze steeds minder voedsel. Door het aanleggen van wegen door hun leefgebied, worden ze tijdens hun jacht steeds vaker het slachtoffer van het verkeer. Door de verstedelijking wordt hun leefgebied steeds kleiner. Tenslotte is de mens ook een directe bedreiging voor de uil. In een aantal landen worden grote aantallen uilen en andere roofvogels voor de lol neergeschoten en worden jongen of eieren uit het nest het nest geroofd. Om de uil tegen al deze bedreigingen beter te kunnen beschermen en om hem binnen Nederland voor uitsterven te behoeden heeft de Nederlandse overheid samen met diverse dierenbeschermingsorganisaties, drie uilensoorten (Kerkuil, Velduil en Steenuil) op de lijst van bedreigde diersoorten geplaatst en een meer jarenplan opgesteld voor het uitvoeren van diverse beschermende maatregelen.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Instellingen