257 keer bekeken
0
Kruzenstern, Delfsail
De Kroezensjtern (Russisch: Крузенштерн) is een Russische stalen viermastbark, genoemd naar de Russische ontdekkingsreiziger Adam Johann von Krusenstern. Het is na de Sedov het grootste traditionele zeilschip ter wereld dat nog vaart. De thuishaven is Kaliningrad.
Het schip liep op 11 juni 1926 als Padua van stapel op de Tecklenborgwerf in Wesermünde (Bremerhaven). Het was het laatste zeilende vrachtschip dat werd gebouwd en maakte met de Pamir, de Passat, de Preussen, de Pommern en de Peking deel uit van de zogenaamde Flying-P-Line van rederij F. Laeisz uit Hamburg. Het is hiervan het enige schip dat nu vaart. Door Laeisz werd het ingezet als vrachtschip dat onder andere bouwmateriaal naar Zuid-Amerika vervoerde en op de terugreis salpeter mee nam.
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd de Padua op 12 januari 1946 overgedragen aan de Sovjet-Unie, als onderdeel van herstelbetalingen. Het schip werd omgedoopt in Kroezensjtern en kwam in 1955 als opleidingsschip in dienst bij de Russische marine. In 1959-1961 lag de Kroezensjtern in Kronsjtadt bij Sint-Petersburg, en werden onder meer twee hulpmotoren ingebouwd. Sinds 1966 is het eigendom van het Russische ministerie voor visserij, dat het gebruikt als opleidingsschip. In 1995-1996 maakte het schip een tocht rond de wereld, in het spoor van haar naamgever. De Kruzenshtern doet regelmatig mee aan internationale zeilevenementen zoals Delfsail. Omdat het onderhoud erg duur is, worden ook betalende passagiers meegenomen.
Technische gegevens
kiellegging: 24 juni 1925
tewaterlating: 11 juni 1926 als Padua
scheepswerf: Joh. C. Tecklenborg
rederij: F. Laeisz,
lengte over alles: 114,5 m
breedte: 14 m
diepgang: 6,8 m
zeiloppervlak: 3631 m²
masthoogte: 55 m boven het dek
laadvermogen (als vrachtschip): 4698 ton
aandrijving: twee stuks SKI 8 cilinder dieselmotor, 1000 PK elk
bemanning: circa 220 koppen, van wie 68 koppen vaste bemanning
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen