344 keer bekeken
0
Grijs zandbijtje
Dezelfde grijze zandbij als een paar dagen geleden, maar nu in close-up.
Geschoten met MP-E65 op 4x vergroting.
Grijze zandbij:
Lengte 10-14 mm, maart-mei.
Kenmerken:
Egaal grijswit, dicht behaard borststuk. Achterlijf vrijwel kaal en zwartglanzend Mannetje met grote, sabelvormige kaken.
Komen vrij algemeen voor op de pleistocene zand- en leemgronden. In Nederland en België weinig in het westen.
De bij nestelt graag in groepen, onder gunstige omstandigheden soms met vele duizenden exemplaren. Ieder vrouwtje verzorgt uitsluitend haar eigen nest. Vanaf half maart beginnen de vrouwtjes met het graven van het nest dat bestaat uit een loodrecht naar beneden lopende hoofdgang van soms wel 50 cm lang, met op het eind ronde verbredingen van de afzonderlijke broedkamers. Het zand wordt boven de nestingang tot een ongeveer 5 cm groot molshoopje opgeduwd, met in de top de nestopening die meestal iets zijdelings verschoven is.
De bij bezoekt uitsluitend wilgen en vervoert stuifmeel voornamelijk aan de achterpoten en nectar in de krop. De drachtplanten kunnen vele honderden meters van de nestplaats verwijderd liggen. De larven zijn al tegen het eind van het voorjaar volgroeid, maar verpoppen pas in de zomer in een cocon. De jonge bijen blijven echter in de cocon om te overwinteren en komen het volgend voorjaar pas te voorschijn.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen