343 keer bekeken
4

Watersnuffel

2 januari, 2010
watersnuffel (Enallagma cyathigerum) Kan massaal voorkomen bij verzuurde vennen. Onderorde juffers Familie waterjuffers (Coenagrionidae) Kenmerken 29-36 mm. Kenmerkende borststuktekening: de lichte schouderstreep is minimaal even breed, maar meestal breder dan zwarte schoudernaadstreep die eronder ligt. Bovendien is aan de basis van de tweede zijnaad geen kort streepje aanwezig. Alleen op de eerste zijnaad bevindt zich een dergelijk streepje. Bij andere blauwe juffers zijn beide streepjes aanwezig. Mannetje: blauw, met een relatief beperkte zwarte tekening op het achterlijf. De tekening op de bovenzijde van segment 2 is variabel, maar meestal in de vorm van een paddestoel (of ‘atoombommetje’). De segmenten 3, 4 en 5 hebben zwarte vlakjes bij de achterrand, die ongeveer een kwart van de segmentlengte innemen. Segment 6 is ongeveer voor de helft zwart, segment 7 vrijwel geheel. 8 en 9 zijn geheel blauw. Sporadisch komen mannetjes voor die een uitgebreidere zwarte tekening hebben. Vrouwtjes: Achterlijfsegmenten met brede zwarte torpedovormige figuren. De lichte delen van borststuk en achterlijf eenkleurig geel, bruin, groen of blauw. Aan de onderkant van segment 8 steekt een doorntje naar achteren (de vulvuurdoorn), die bij waterjuffers van het geslacht Coenagrion ontbreekt. Gelijkende soorten Andere blauwe juffers, vooral azuurwaterjuffer en kanaaljuffer. Voorkomen Zeer algemeen. Habitat Allerlei stilstaande watertypen met relatief veel open water. Hoogste dichtheden bij zure vennen en hoogvenen. Grote aantallen watersnuffels zijn hier een indicator voor verzuring. Bij voedsel- en vegetatierijke wateren zeldzamer, evenals bij zwak stromend water. Vliegtijd en gedrag Lange vliegtijd: begin mei tot in oktober. Hoogste aantallen in juni, juli en augustus. Mannetjes vliegen in een rechte lijn laag over het water (‘snuffelen’) en gaan regelmatig zitten op uit het water stekende planten. Jonge imago’s zijn vaak te vinden in bosranden en heidevelden. Levenscyclus De larven overwinteren een, soms twee keer. Uitsluipen gebeurt gedurende een lange periode: begin mei tot en met april tot half september. In juni, juli en augustus worden de meeste verse imago’s gezien.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Gebruikte apparatuur

Nikon D300

Komt voor in