419 keer bekeken
5

Groentje

7 april, 2010
groentje (Callophrys rubi) Zittend op een jong berkenblaadje valt het groentje, dat leeft op de grens van bos en hei, nauwelijks op. Familie blauwtjes (LYCAENIDAE) Kenmerken Voorvleugellengte: circa 14 mm. De bovenkant van de vleugels is effen bruin en de onderkant van de vleugels effen groen. Bij afgevlogen vlinders is de groene kleur op de onderkant van de vleugels soms gedeeltelijk verdwenen. Aan de achtervleugel bevindt zich een klein staartje. Voorkomen Een vrij schaarse standvlinder die lokaal voorkomt op de zandgronden. De laatste jaren breidt de soort zich enigszins uit naar het noorden; van Texel, Vlieland en Terschelling komen steeds meer waarnemingen. In het westen van het land wordt het groentje nauwelijks waargenomen. Habitat Struwelen en bosranden aan de rand van heiden; ook bloemrijke graslanden, venen en moerassen. Waardplanten Brem, heidebrem, braam, bosbes, sporkehout, dopheide en struikheide. Vliegtijd en gedrag Eind april-half juli in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar van onder andere wilde lijsterbes, sporkehout, rode bosbes, dopheide en braam. De mannetjes scholen vaak samen in een één tot twee meter hoge struik. Levenscyclus Rups: eind mei-begin augustus. De rupsen eten van de bloemknoppen van braam, van het jonge blad en de vruchten van sporkehout, van de knoppen en de bladeren van struikhei, dophei en bosbes en van de groeipunten en de bloemen van bijvoorbeeld brem en heidebrem. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag; de soort overwintert als pop.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Gebruikte apparatuur

Nikon D300

Komt voor in