317 keer bekeken
2
Kempense heidelibel
kempense heidelibel (Sympetrum depressiusculum)
Heidelibel met de kleinste verspreiding in Nederland.
Onderorde
libellen
Familie
korenbouten (Libellulidae)
meer informatie over deze familie »
Kenmerken
29-34 mm. Poten geheel zwart. Achterlijf enigszins afgeplat (duidelijkst bij mannetjes), met aan de zijkanten een rij druppelvormige (soms driehoekige) zwarte vlekjes. Pterostigma groot en vrij licht, met zwarte randaders. De vleugels hebben vaak een opvallend gouden glans. Mannetje: achterlijf duidelijk wat afgeplat en elliptisch verbreed en dus niet knotsvormig verbreed aan het uiteinde: het breedste punt ligt iets voorbij het midden. Uitgekleurde mannetjes krijgen een achterlijf dat aan de bovenkant donker oranjerood is, terwijl de zijkanten vaal oranje blijven. De geïsoleerde zwarte druppelvlekjes steken duidelijk af tegen het vaal oranje. Jonge mannetjes zijn oranje, net als vrouwtjes. Vrouwtje: achterlijf minder afgeplat en verbreed als bij het mannetje. Achterlijf oranje, met dezelfde druppelvormige vlekjes aan de zijkanten van het achterlijf.
Voorkomen
Zeer zeldzaam
Habitat
Ondiepe moerassen en brede verlandingszones van vennen en plassen. Vaak is er sprake van een kunstmatig lage waterstand in de winter, bijvoorbeeld in visvijvers. Ook in andere delen van Europa komt de soort voor op kunstmatige plaatsen, zoals rijstvelden, koelwatervijvers en droogvallende meren.
Vliegtijd en gedrag
Korte vliegtijd voor een heidelibel: half juli tot begin oktober, maar vooral in augustus. Kempense heidelibellen zijn vooral ’s ochtends actief en mijden het heetst van de dag. ’s Avonds kunnen Kempense heidelibellen rustend in grote groepen worden aangetroffen in ruige vegetatie. Net als bij andere heidelibellen zijn jonge Kempense heidelibellen in de wijde omgeving van het voortplantingswater te vinden in ruige vegetaties op beschutte plaatsen, waar ze jagen en geslachtsrijp worden. In de moerasvegetatie langs het water zoeken geslachtsrijpe mannetjes naar vrouwtjes om mee te paren. Het afzetten van de eitjes gebeurt in vlucht in tandempositie. Met een dippende beweging worden de eitjes afgezet in modder langs het water.
Levenscyclus
Overwintering gebeurt als ei. De larven verschijnen in het voorjaar en ontwikkelen zich snel; in de zomer van hetzelfde jaar sluipen de imago’s uit. Uitsluipen gebeurt vooral in juli en augustus.
Bron libellennet.nl
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Gebruikte apparatuur
Nikon D300
Opmerkingen