434 keer bekeken
5
tijgerspin
Vanmorgen ben ik even naar de Appelzak geweest, niet zo vroeg als ik had gehoopt maar nog net op tijd voor het echt heel warm werd.. Het wordt nu echt druk met beestjes, blauwtjes, heidelibellen en nog veel meer bij de vleet! Ook de mooie tijgerspinnen zijn weer volop aanwezig, op 1 plek vond ik er zelfs 5 op een vierkante meter... Voor de liefhebbers zal ik hieronder nog wat extra info zetten over deze mooie spin.
Het ziet er in ieder geval heel goed uit voor de zoomdag op 24 augustus, nou alleen nog hopen dat het weer meewerkt uiteraard maar dat is en blijft altijd afwachten. Er is in ieder geval al een leuke club van 17 zoomers maar nog steeds ruimte voor meer, een leuke mix ook weer van beginners en gevorden, oude bekende en nieuwe gezichten...
Ik probeer al dagen op het forum ook een oproep te plaatsen maar krijg iedere keer als ik op de knop voor een nieuw onderwerp klik geen verbinding meer...
Bedankt voor alle reacties op mijn bontebessenvlinder en iedereen alvast een goed weekend, ik ben zelf vanaf morgen iedere dag aan het werk maar wel vroege diensten waardoor ik de meeste avonden wel even tijd heb om te zoomen. Alleen morgenavond zal ik er niet zijn, kom zaterdag eind van de middag pas weer thuis.
groetjes Ron
Wikipedia:
De wespspin (Argiope bruennichi) is een spin uit de familie Araneidae, ook wel echte spinnen genoemd. Andere benamingen zijn wespenspin, tijgerspin of wielwebspin, en de wetenschappelijke naam wordt soms wel eens als Argiope bruennichii gespeld.
De naam 'wespspin' heeft alles te maken met het uiterlijk; de spin kan niet steken en de beet is ongevaarlijk voor mensen. De naam is vooral te danken aan het relatief zeer grote vrouwtje. Ze heeft een zwart achterlijf met heldere gele, witte en diepzwarte grillige banden, vooral vlak voor het afzetten van de eitjes is het achterlijf sterk opgezwollen. De buikzijde van het achterlijf heeft twee gele strepen in de lengterichting. Het cephalothorax of kopborststuk is zilverachtig behaard en de poten zijn duidelijk bruinzwart met geelgrijs gebandeerd. Ondersteboven zittend in het web valt de spin daardoor goed op, maar wordt door veel vijanden juist met rust gelaten vanwege het wesp-achtige uiterlijk. De wespspin is een van de grootste Europese spinnen, en is vanwege de lengte en kleuren moeilijk over het hoofd te zien, zelfs voor mensen die niets van spinnen weten is de soort ook makkelijk op naam te brengen. Vrouwtjes worden ongeveer 15 millimeter lang, gemeten van de kaken tot aan de punt van het achterlijf, door de grote dikke poten lijkt de spin aanzienlijk groter. Mannetjes zijn dofbruin en veel kleiner, ze worden maximaal 5 millimeter. Vanwege hun geringe grootte worden de mannetjes maar zelden opgemerkt.
Het mannetje van deze soort kan hooguit 2 keer paren omdat hij bij het paren één van zijn twee genitaliën in het vrouwtje laat zitten. Dat verkleint de kans dat andere mannetjes zich succesvol kunnen voortplanten met het vrouwtje. Mannetjes weten een onsuccesvolle bevruchting te vermijden door een maagdelijk vrouwtje te verkiezen. Zo'n vrouwtje scheidt een specifiek feromoon uit dat opgepikt wordt door mannetjes.[5]
Het mannetje wordt echter na de paring vrijwel altijd ingesponnen en later opgegeten door het vrouwtje zodat een tweede paring eerder uitzonderlijk is. Hij dient het vrouwtje tot voeding, wat de ontwikkeling van zijn nageslacht ten goede komt. Als het mannetje geluk heeft is het vrouwtje pas verveld, dan zijn haar kaken nog zacht en maakt hij de grootste kans om te paren zonder opgegeten te worden voor zijn sperma is afgegeven.
Een mannetje leeft ook aanzienlijk korter; nadat hij volwassen is slechts enkele dagen. Ongeveer een maand na de paring, rond augustus, worden de eitjes afgezet in een relatief enorme, gelige eicocon. Een cocon bevat honderden eitjes en wordt door het vrouwtje bewaakt tot ze sterft. Ongeveer een maand nadat de cocon is gesponnen komen de jonge spinnetjes (spiderlings) uit het ei, maar verlaten de cocon pas in maart van het volgende jaar.
Gedurende de winter kunnen de donker gestreepte eicocons worden aangetroffen, ze zijn moeilijk over het hoofd te zien omdat ze zo groot zijn als een golfbal en meestal tussen grashalmen of struiken worden opgehangen
De wespspin richt zich vooral op springende en laagvliegende prooien zoals sprinkhanen, libellen en kevers, die tussen de grassen leven. Prooien die zijn aangetroffen in het web zijn onder andere de sprinkhaansoorten negertje (Omocestus rufipes), het gewoon doorntje (Tetrix undulata) en de moerassprinkhaan (Stetophyma grossum). Libellensoorten zijn de bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum) en koraaljuffer(Ceriagron tenellum). Deze dieren zijn ook wat groter, andere spinnen vangen liever wat kleinere prooien als vliegen en muggen.
De wespspin richt zich vooral op springende en laagvliegende prooien zoals sprinkhanen, libellen en kevers, die tussen de grassen leven. Prooien die zijn aangetroffen in het web zijn onder andere de sprinkhaansoorten negertje (Omocestus rufipes), het gewoon doorntje (Tetrix undulata) en de moerassprinkhaan (Stetophyma grossum). Libellensoorten zijn de bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum) en koraaljuffer(Ceriagron tenellum). Deze dieren zijn ook wat groter, andere spinnen vangen liever wat kleinere prooien als vliegen en muggen.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen