Hazenpootje

Je loopt door het bos. Je bewonderd alle pracht en praal om je heen. Je kijkt je ogen uit. Waar je ook kijkt, steeds ontdek je weer iets nieuws. Plots zie je iets kleins. Je schenkt er geen aandacht aan en loopt door. Toch blijft het beeld in je hoofd rondzweven en voor je het weet kijk je om, naar dat kleins waar je eerst geen aandacht voor had. En dan gaan de gedachten los. Welke gedachten past het beste bij jou? ‘Oh dat is een hazenpoot. Mooi en prachtig om te zien.’ Of ‘Een paddenstoel, wowwwwww. Ja een paddenstoel, wowwwwww.’ Of ‘Duidelijk. Dat is een parasol die omgeklapt is door de storm van zojuist. De regendruppels zijn nog goed zichtbaar. De parasol is vast door kaboutertjes achtergelaten die nu lekker knus in hun paddenstoelenhuisjes aan het opwarmen zijn bij de openhaard.’