42 keer bekeken
29
Springfork van een springstaartje.
DE SPRINGVORK ligt onder de buik naar voren geslagen. Hij bestaat uit twee aanhangsels die vast zitten aan de achterlijfspunt en van voren naar achteren geslagen kunnen worden. (Bij dode springstaartjes en bij de afgeworpen huid staat de vork altijd naar achteren). In rust zitten de twee tanden van de vork vast achter een soort grendeltje, wat op het derde segment zit. Als de springstaart wil springen, bijvoorbeeld bij gevaar, zet hij kracht op de vork en laat dan het grendeltje los. Daardoor slaat de vork met een klap op de ondergrond (of op het water) en wordt de springstaart centimeters weg gelanceerd.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen