351 keer bekeken
46

Akkerhommel.

14 juni, 2025
De Akkerhommel. De werksters zijn 9 à 15 mm lang. De koninginnen zijn nog groter: 15 tot 18 mm Zoals alle bestuivers is de akkerhommel dol op stuifmeel en nectar. Hij is geen kieskeurige eter. De koningin van een akkerhommelvolk zoekt een nest op of in de grond. Ze bedekt het met mos, bladeren en wortels. Daarna brengt ze een laagje was aan op het nest. Sommige akkerhommels nestelen zich in oude vogel- of muizennesten. Ze kunnen ook een composthoop, droog gras of zelfs spleten in gebouwen gebruiken. Het is niet ongebruikelijk dat een akkerhommel samenleeft met een andere gastheer zoals bv. de gewone koekoekshommel. Akkerhommels leven in kolonies die niet langer dan een jaar overleven. Het jaar nadien nemen de jonge prinsessen de leiding over en stichten ze een nieuwe kolonie. Een kolonie hommels wordt in principe door één enkele koningin gesticht. Zij houdt zich tijdens de winter schuil op een veilige plek, het zogenaamde ‘hibernaculum’ of ‘hibernarium’. Een insectenhotel is de ideale schuilplaats. Vanaf maart start de koningin met de bouw van een nest waar ze cellen maakt om stuifmeel in op te slaan. Dat zal later dienen als voedsel voor haar larven. Wanneer ze haar eieren heeft gelegd, duurt het 3 tot 5 dagen vooraleer de larven uit hun ei komen. Zij krijgen meteen een royale portie voedsel van hun moeder die stuifmeel en nectar opeet en het vervolgens uitbraakt voor de hommellarven. Deze braaktechniek (trophallaxis) is een manier om het voedsel voor te verteren. Dat gebeurt in de tweede maag, een speciale nectarmaag. Bijen en mieren voeden hun larven op dezelfde manier. Na twee weken zijn de larven volwassen.  De eerstgeboren hommels zijn de werksters. Zij helpen de koningin met het voederen van de andere hommels in de kolonie door het stuifmeel dat aan hun pootjes blijft hangen na een bloembezoek binnen te brengen in het nest. De hommels die instaan voor de voortplanting binnen de kolonie worden pas later geboren, meestal in juli en augustus. Aan het eind van het hommelseizoen telt de kolonie al snel meer dan honderd individuen. Zij blijven stuifmeel verzamelen tot de herfst begint en de mannetjes en de toekomstige koninginnen paren. Daarna sterven de akkerhommels, inclusief de koningin. Enkel de jonge, bevruchte vrouwtjes overleven en zoeken hun winterschuilplaats om de volgende lente hun eigen kolonie te stichten.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Instellingen

Flits uit

Komt voor in