174 keer bekeken
0
Bruin dikkopje
bruin dikkopje (Erynnis tages)
Het bruin dikkopje is een specialist van droge graslanden die nog slechts op enkele plaatsen in Zuid-Limburg voorkomt
Familie
dikkopjes (HESPERIIDAE)
Kenmerken
Voorvleugellengte: circa 13 mm. De bovenkant van de vleugels is bruin met vage, grijze vlekken en stippen. De onderkant is vrijwel egaal lichtbruin.
Gelijkende soorten
Zie het kaasjeskruiddikkopje.
Voorkomen
Een uiterst zeldzame standvlinder die in ons land zeer sterk achteruit is gegaan. In het begin van de twintigste eeuw was het bruin dikkopje vrij algemeen op veel zandgronden verspreid over het land. Sinds 1960 komt het bruin dikkopje alleen nog voor in Limburg en op dit moment zijn er nog slechts enkele kalkgraslandjes in Zuid-Limburg waar deze soort wordt waargenomen.
Habitat
Het bruin dikkopje kan zowel in droge als vochtige graslanden leven, als de vegetatie maar laag en open is. Voorbeelden zijn open schrale kruidenrijke graslanden in heiden of nabij bossen op zand- en kalkgrond. Tegenwoordig is de soort beperkt tot droog en schraal kalkgrasland op zuidhellingen, met een lage, kruidenrijke vegetatie en hier en daar met een kale bodem.
Waardplanten
Gewone rolklaver; soms bont kroonkruid of moerasrolklaver.
Vliegtijd en gedrag
Begin mei-half juni in één generatie; soms een tweede partiële en veel kleinere generatie van eind juli-eind augustus. De vlinders worden zelden nectardrinkend waargenomen; de meeste waarnemingen betreffen zonnende exemplaren op open plekjes tussen de vegetatie.
Levenscyclus
Rups: begin juni-begin mei. De soort overwintert als volgroeide rups in een soort koker van samengesponnen bladeren. In het voorjaar vindt de verpopping plaats in een losse cocon laag in de vegatatie.
Bron vlindernet
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen