De springspin.

(Misschien een tip: Het mooist op formaat 1280 en als je dan op F11 van je toetsenbord drukt, krijg je de foto op schermgrootte te zien. Als je daarna weer F11 indrukt dan krijg je je gewone scherm weer terug). De springspin. Als je heel goed kijkt kun je zijn knalrood gekleurde giftandjes zien. Bron onderstaande tekst: The Garden Safari. De springspinnen maken geen web, maar sluipen op hun prooi af en bespringen die dan, vaak van behoorlijke afstand. Voordat ze springen, maken ze eerst een veiligheidsdraad vast aan de ondergrond waar ze opzitten, zodat ze altijd kunnen terugkeren op de plaats van vertrek. Het is een klein, parmantig baasje. Als je het diertje benadert, dan zal het de grote ogen op jou gericht houden, om er achter te komen wat je gaat doen. Over zijn grote ogen nog het volgende: springen kun je immers alleen als je heel goed afstanden kunt schatten en dat gaat het best met twee (of vier) niet te ver uit elkaar staande ogen, zoals bijvoorbeeld mensen en vogels die ook hebben. Webspinnen hoeven afstanden niet zo goed te kunnen schatten en hebben daarom alle zes of acht ogen bijna even groot.