192 keer bekeken
0
Berkenzwam
Vruchtlichaam éénjarig, vlak kussen- tot console- of waaiervormig, zijdelings aangehecht. Hoed 5-30 x 5-20 cm, 2-5 cm dik. Bovenzijde glad, crèmewit tot oker- of grijsbruin, met een ingerolde rand.
Buisjes 4-8 mm lang, crèmewit. Poriën 3-4 per mm, rond tot hoekig, wit tot crèmewit. Vlees kurkachtig, zacht, wit. Geur aangenaam.
Komt voor op stammen en dikke takken van levende en dode berken. Zomer-herfst.
Parasitair, (Saprofiet).
De Engelse mycoloog Cartwright was een van degenen, die gedroogde Berkenzwammen gebruikte als vloeiblok voor met ganzenveer en inkt geschreven dokumenten. Smeulend in de imkerspijp diende de van Berkenzwammen afkomstige "valse tondel" voor de bedwelming van bijen. De verkoolde stukjes en de as werden als bloedstelpend en desinfecterend middel toegepast en, met fijn zand vermengd, op een scheerriem gebruikt. Enkele jaren geleden zijn Berkenzwammen aangetroffen aan een touw om het middel van de in het gletsjerijs gevonden man uit het Ötzdal, die ongeveer 5000 jaar gelden leefde in de Alpen.
Bron Soortenbank
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen