55 keer bekeken
26
Mycena crocata
Het is geel tot grijsbruin van kleur en scheidt oranjegele melk uit als het gewond raakt. De vruchtlichamen verschijnen van mei tot november in het beukenbos. De hoed is 1 à 2 cm breed, conisch als hij jong is, wordt al snel uitgezet als een bel en licht gebocheld. Het oppervlak is kaal, glad en glanzend als het nat is, zijdemat als het droog is en ongeveer tot in het midden gegroefd.
De lamellen zijn uitpuilend en vastgehecht aan de stengel. Ze zijn wit en hebben vaak oranje vlekken, de omhulsels hebben dezelfde kleur en het sporenpoeder is romig witachtig.
De lange, dunne en stijve stengel is 4–12 cm lang en 0,1–0,2 cm breed. Het is cilindrisch en hol en geelachtig tot lichtgrijs in het bovenste gedeelte. Naar de bodem toe is het helder roodgeel tot geelbruin. De basis van de stengel is wit of geel en heeft vaak zwakke wortels.
De prachtmycena leeft saprobiotisch op dode takken en twijgen, maar ook op gevallen bladeren. Het is dus echt belangrijk om uit te kijken waar je de voeten neerzet bij elke stap in je zoektocht.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen