2 keer bekeken
11
Crepidotus mollis
De dicht opeengepakte lamellen groeien als een stengel in een lateraal punt samen. Ze zijn aanvankelijk grijswit, later vuilbruin en naarmate ze ouder worden, kaneelkleurig. Het sporenpoeder is tabaksbruin.
Meestal ontbreekt een steeltje, maar als er een klein, rudimentair steeltje aanwezig is, is deze fijn tomenteus. Het gelatineuze, glazig uitziende vruchtvlees is bleek tot olijfbruin en ruikt onopvallend.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen