436 keer bekeken
35
de Mens
Donkere gevels bevolken de staat.
Generaties van gestaalde karrensporen,
baaierende rokken, vallende bloempotten
en gebleekte lakens zweven hier in
de vervuilde voegen.
Zij stralen de droefenis van de mens,
kijkend naar al het verdriet,
rillend met de handen diep in de zakken.
Hij zoekt zijn weg over het steeds
herstelde wegdek.
Eens was hier het levende centrum,
het gebeier van kerkklokken
en hoepelende kinderen.
Nu verschoten tot
Potteriaanse huizen.
@ Hans van der Camp
een paar minuten gedicht
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Opmerkingen