Beginnerstips voor architectuurfotografie

23 september 2024 07:11
4 september 2024 07:07
Redactie Zoom.nl

Architectuur is een dankbaar onderwerp om te fotograferen. Een architect is een creatieve persoon die heeft geprobeerd een zo mooi mogelijk gebouw te ontwerpen. Dit gebouw is vooral gemaakt om van alle kanten te bekijken of doorheen te lopen. Aan de architectuurfotograaf de taak om de voordeligste hoek, het mooiste standpunt en het meest verrassende lijnenspel te vinden om het geheel in beeld te brengen.

Wil je veel meer leren over architectuurfotografie en bijzondere standpunten en composities? In de nieuwe Zoom Academy Inspiratiecursus Architectuur krijg je tips van fotografen uit de praktijk!

Vaak wordt architectuurfotografie als een heel technisch genre gezien. En inderdaad: je moet ook goed letten op contrasten, perspectivische vertekening en scherpte. Maar in essentie is het fotograferen van architectuur een kwestie van goed kijken. Het object dat je fotografeert, is driedimensionaal en dus van alle kanten te fotograferen. En niet alleen van buitenaf, maar vaak ook van binnenuit!

Het is daarom eigenlijk onmogelijk om binnen een paar minuten een goed doordachte architectuurfoto te maken. Loop eerst eens uitgebreid om je onderwerp heen en bekijk het van alle kanten. Je kunt met je smartphone eens diverse snapshots maken om de standpunten naderhand goed met elkaar te kunnen vergelijken. Ga ook door je knieën, klim op trappen en hekken, probeer ongewone standpunten uit.

Dit alles doe je nog zónder je camera. Als je die al in vol ornaat op je statief bij je hebt, beperkt deze je in je bewegingsvrijheid. Als je het gebouw rond bent en van alle kanten bekeken hebt, ga je analyseren wat de mooiste hoek is. ‘Mooi’ is in dit verband afhankelijk van een aantal factoren. Bijvoorbeeld het moment van de dag, het weer én natuurlijk jouw smaak/voorkeur.

-aTUxp4BnTj6hY13FXZmk5w

Foto: Andras Veres (veresandras)

Licht

Allereerst is het licht op een gebouw essentieel voor het slagen van je foto. Dit is tegelijkertijd een factor waar je ter plekke weinig aan kunt beïnvloeden. De zon komt nu eenmaal op in het oosten en trekt via het zuiden naar het westen. Staat je gebouw met de mooiste kant op het noorden, dan kan het lastig zijn om een mooie foto te maken op een zonnige dag.

Gelukkig houden architecten hier ook rekening mee en situeren ze hun ontwerpen indien mogelijk met de voorkant naar het zuiden. Als je van tevoren weet welk gebouw je gaat fotograferen, kun je thuis al met behulp van Google Maps de ligging bepalen. Bevindt het gebouw zich op het zuidwesten, dan kun je beter later op de dag je foto maken. En als het gebouw op het oosten ligt, moet je vooral ’s ochtends vroeg ter plekke zijn.

-WtF02GmFRDa8jw9Kji2bzA

Foto: Raoul Baart (weimaraan)

Weer

Daarnaast houd je als architectuurfotograaf natuurlijk het actuele weer in de gaten. Regent het, dan maak je heel andere beelden dan als het bewolkt is, en weer heel andere beelden dan bij zonnig weer.

Het is niet zo dat je geen mooi beeld kunt maken bij regen, maar je kunt niet zo’n ‘clean’ beeld maken. Misschien past de regen wel mooi bij jouw onderwerp, maar lang niet alle gebouwen zijn nat ook mooi om te zien. Je moet tijdens het fotograferen oppassen dat je camera en objectief niet (te) nat worden. En door de druppels ontstaat een soort mist tussen jou en het gebouw.

Is het zonnig, dan houdt dat meestal zogenaamd ‘technisch weer’ in, zoals architectuurfotografen dat noemen. Het zorgt voor harde schaduwen, hoge contrasten en een scherp lijnenspel. Als dit bij een gebouw past, is het prima. Soms is het echter mooier om een zachte verlichting – lees: een bewolkte hemel – te gebruiken. Hierdoor krijg je een genuanceerder beeld. Met name architectuurfoto’s waarbij geen lucht in beeld staat, werken goed met een bewolkte, zachte verlichting. In de meeste gevallen is het toch optimaal om een zonnige dag en een gebouw op het zuiden te hebben.

Inpakken

Wat pak je allemaal in als je op pad gaat? Uiteraard je camera, voorzien van een objectief. Veel architectuurfotografen werken met een groothoekobjectief, van bijvoorbeeld 14, 15 of 16 mm. Hiermee kun je dicht bij een gebouw komen en toch nog alles op de foto krijgen. Met name bij interieurarchitectuur is het handig zoveel mogelijk groothoek te gebruiken. Het lijnenspel komt nóg beter uit en de suggestie van ruimte zet je er ook mee aan. We besteden later in deze cursus ook nog even aandacht aan verschillende objectieven.

Verder is een goed statief onontbeerlijk. Allereerst zorgt een statief voor rust in het proces. Als je camera eenmaal op zijn statief staat, kun je in alle rust en zonder dat je standpunt verandert, verdere keuzes maken. Zo kun je het onderwerp ook recht, of beter gezegd waterpas, zetten.

‘Recht’ fotograferen

Het is in 99 procent van de gevallen zo dat een gebouw waterpas staat (die ene procent is de Toren van Pisa). Als je de camera eveneens waterpas zet, zullen er nooit lijnen kunnen ‘weglopen’, zoals ze dat noemen. Dat weglopen is in feite perspectivische vertekening: het scheeflopen van lijnen van de camera af. Houd je de camera omhoog, dan zullen de lijnen naar binnen vallen, en als je de camera omlaag richt, vallen ze naar buiten.

Het grote probleem is dat een gebouw vaak zó hoog is dat het niet helemaal op de foto past als de camera waterpas is opgesteld. Zet in dat geval sowieso je statief zo hoog mogelijk op z’n poten. Dan heb je in ieder geval de maximale waterpas-hoogte bereikt. Daarna kun je twee dingen doen: de makkelijke en de moeilijke manier.

-d07u-TdrTAK9ptNZmlYgxA

Foto: Jean Vandijck (jeanvandijck)

Rechtzetten

De makkelijke manier is toch je camera omhoog richten, waardoor de lijnen weglopen. Je ‘moet’ zo’n beeld in de nabewerking nog rechtzetten. De software van bijvoorbeeld Adobe is tegenwoordig zó goed dat dit heel nauwkeurig kan. Het nadeel hiervan is dat je niet de totale resolutie van je sensor gebruikt. Je krijgt namelijk tijdens de opname en de afwerking snijafval. Je moet tijdens de opname iets verder van het gebouw af gaan staan om ruimte te hebben om je beeld te draaien. En in de nabewerking ga je nog iets bijsnijden, omdat je de weglopende lijnen corrigeert. Al met al valt er al gauw 10 tot 20 procent van je beeld af: best zonde.

-dSVhXCiSSB23DOWKpviGWA

Foto: Maikel Claassen (maikelclaassenfotografie)

Tilt-shift

De moeilijke en ‘ouderwetse’ manier is werken met een tilt-shiftobjectief. Dit is een objectief dat je kunt ‘tilten’ (naar voren en naar achteren kantelen) om het scherptevlak te beïnvloeden, en kunt ‘shiften’ (naar boven en onderen schuiven) om de uitsnede aan te passen. Dat laatste is interessant voor architectuurfotografen. Stel dat je onderwerp aan de bovenkant deels buiten het beeld valt met een waterpas-opstelling. Schuif het tilt/shiftobjectief omhoog, zodat het gebouw er wél helemaal op staat. Het resultaat: het hele gebouw op de foto zonder vertekening. Nadeel van deze methode is wel dat je een speciaal, prijzig objectief nodig hebt om te kunnen shiften. Bovendien vergt het de nodige oefening om ermee vertrouwd te raken. We besteden straks ook nog even aandacht aan dit bijzondere objectief.

-ZSIRKC8aQ6a2yOB3HHpDzA

Foto: Cuno de Bruin (cunodb)

Zoom Academy

Wil je veel meer leren over architectuurfotografie en bijzondere standpunten en composities? In de nieuwe Zoom Academy Inspiratiecursus Architectuur krijg je tips van fotografen uit de praktijk!

Je leert zoal:

  • De basistechnieken voor architectuur

  • Veel tips uit de praktijk

  • Kijken naar voorbeelden van anderen

  • Alles over apparatuur, instellingen en locaties

Dat wil je toch? In deze inspiratiecursus leer je alles over Architectuurfotografie!

Watch on YouTube