Buitenportretten met natuurlijk licht: zo pak je het aan
Buiten fotograferen is niet alleen heerlijk, het biedt ook volop kansen voor sfeervolle portretten. De grootste uitdaging? Het licht. In dit artikel leer je hoe je het natuurlijke licht in jouw voordeel gebruikt en hoe je je model optimaal in beeld brengt, onder uiteenlopende omstandigheden.
Kies de juiste locatie en let op het licht
Een buitenportret begint bij een passende locatie. Zoek een plek die past bij de uitstraling van je model. Denk aan een stadscentrum met karakter of een open veld in de natuur. Let op hoe het licht daar valt: waar zijn de schaduwen, waar is het licht zacht of juist fel? Loop rond, observeer en speel met de omgeving.
©All Nature Photography
Foto: AllNaturePhotography
Zonhoogte en seizoen
De stand van de zon bepaalt hoe het licht jouw model raakt. In de zomer staat de zon hoog en is het licht fel en hard, wat schaduwen onder ogen en kin veroorzaakt. In de winter of tijdens zonsopkomst en zonsondergang is het licht zachter, warmer en komt het meer van opzij. Dit levert veel flatterender licht op voor portretten.
Gebruik het zogenaamde ‘gouden uur’ om je model in warm, diffuus licht te hullen. Dit is kort na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang. In de winter heb je het voordeel dat dit zachte licht ook midden op de dag voorkomt door de lage zonnestand.
Foto: FotoVanSas
Schaduw is je vriend
Direct zonlicht op het gezicht geeft snel harde schaduwen en dichtgeknepen ogen. Zoek daarom schaduwrijke plekken: onder bomen, in een steegje of achter een gebouw. Het licht is hier zachter en gelijkmatiger. De ogen van je model openen zich meer, oneffenheden vallen minder op, en je houdt controle over het contrast.
Let wel op wat er achter je model ligt. Als de achtergrond fel verlicht is terwijl je model in de schaduw staat, ontstaat er veel contrast. In dat geval kun je overbelichten met één of twee stops via belichtingscompensatie om het model goed zichtbaar te houden. Gebruik een groot diafragma om de achtergrond sfeervol te vervagen.
Foto: Weimaraan
Speel met tegenlicht en strijklicht
Laat de zon eens van achter je model schijnen. Zeker bij laagstaand zonlicht ontstaat een warme gloed en een mooi oplichtend randje om het haar. Zorg dat je de belichting aanpast op het gezicht, ook al betekent dat dat de achtergrond wat lichter wordt.
Een alternatief is strijklicht: laat het zonlicht van opzij op je model vallen. De ene kant van het gezicht vangt licht, de andere blijft in schaduw. Dit geeft je portret extra diepte en karakter. Beweeg zelf ook actief tijdens de shoot. Een paar stappen naar links of rechts maken vaak al een groot verschil in lichtval en sfeer.
Aanwijzingen geven en samenwerken
Een buitenportret is teamwerk. Geef duidelijke aanwijzingen aan je model over waar hij of zij moet staan of kijken. Laat het hoofd een beetje draaien voor het mooiste licht of vraag om een bepaalde houding. Blijf in beweging en kijk steeds hoe het licht verandert. Juist buiten kan één wolk al het verschil maken!
Foto: photosby-Sanne
Conclusie
Buitenportretten zijn veelzijdig en natuurlijk, maar vragen om aandacht voor licht en omgeving. Door te begrijpen hoe je het beschikbare licht gebruikt, hoe je schaduw en contrast inzet en hoe je actief samenwerkt met je model, maak je portretten die echt aanspreken.
Trek eropuit, experimenteer en leer van elke sessie. Je zult merken: het mooiste licht is vaak al aanwezig – je hoeft het alleen maar goed te gebruiken.
Opmerkingen