Wie op reis gaat, maakt kennis met een volledig nieuwe cultuur. Eten is daar dan vaak een ontzettend belangrijk onderdeel van. Van kleurrijke streetfoodkraampjes, tot sfeervolle diners in kleine restaurants. Deze momenten wil je vaak niet alleen proeven, maar ook vastleggen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Meestal heb je namelijk geen controle over het licht, de opstelling of de tijd die je hebt om een mooie foto te maken. Met de juiste aanpak maak je toch beelden die niet alleen laten zien wat je at, maar vooral hoe het voelde om daar te zijn.
Foto: renesutter - ISO 6400 · ƒ/4 · 1/500s · 55mm
Meer leren? Probeer dan 7 dagen gratis Zoom Academy Pro!
1. Wees creatief met licht
Goed licht is de basis van elke foto, zo ook bij foodfotografie. Op reis betekent dat vaak improviseren, want je bent afhankelijk van de plek waar je eet en kunt niet aan de slag met een gecontroleerde setting. Natuurlijk licht blijft vaak de beste optie, vooral zacht licht van opzij of van voren. In een restaurant is het daarom slim om, als het kan, dicht bij een raam te gaan zitten.
Kun je geen gebruik maken van natuurlijk licht? Kijk dan eens wat voor kunstlicht er aanwezig is. Door wat te spelen met je instellingen, kun je wellicht toch goed gebruik maken van het aanwezige kunstlicht. In sommige gevallen voegt dat kunstlicht zelfs extra sfeer toe aan je foto, bijvoorbeeld als je te maken hebt met neon verlichting.
2. Denk na over de compositie
Een goede foodfoto is meer dan een bord eten in het midden van het frame. Kijk naar wat het verhaal van dat gerecht is. Is het streetfood dat ter plekke bereid wordt? Betrek de omgeving dan in je foto. Fotografeer de kraam, de handen van de kok of de kleuren van de markt.
In een restaurant werkt het vaak goed om het gerecht in een rustige compositie te plaatsen. Denk aan een schuine hoek (45 graden), een vogelperspectief (flatlay) of juist een laag standpunt waarin de lagen van het eten zichtbaar worden. Let op storende elementen zoals tassen, servetten of schaduwen van glazen. Een subtiel verschoven stoel of een opgeruimd tafeltje maakt je shot veel sterker.
3. Let op kleuren, details en textuur
Eten is aantrekkelijk omdat het textuur heeft: knapperige randjes, glimmende sauzen, zachte structuren. Op reis moet je snel werken, want warm eten koelt af en verliest glans. Maak daarom meteen een paar detailshots zodra het bord op tafel staat. Zoom in op damp, druppels of vers gesneden kruiden; dat soort details laten het eten tot leven komen.
Kleuren spelen ook een grote rol in foodfotografie. Zorg dat je witbalans correct staat, zodat een romige pasta niet ineens gelig wordt of verse groenten hun levendige tint verliezen. In situaties met fel gekleurde tafelkleden of muren kun je soms last krijgen van kleurzweem. Door in RAW te fotograferen, kun je dit later makkelijk corrigeren.
4. Breng sfeer in beeld
Je bent niet op reis om een standaard, klassieke foodfoto te maken. Het is veel leuker om een sfeervol beeld te maken van heerlijk eten dat er niet alleen prachtig uitziet, maar ook het verhaal van een cultuur vertelt. Zo worden foodfoto’s vaak sterker wanneer ze iets menselijks bevatten. Een serveerster in speciale kledij, iemand die het eten aan het bereiden is, of iemand die het lokale servies hanteert.
Ook tafeldecor kan het verhaal van de plek benadrukken. De tegelvloer van een Portugese pastelaria, een aluminium tafel op een Thaise foodmarket of een houten hutje in de Alpen geeft direct sfeer aan de foto. Je hoeft dit niet overdreven te stylen, richt je vooral op details die er toch al zijn.
Opmerkingen