Fotograferen met schaduwen en lichtvlekken

13 april 2025 08:00
26 maart 2025 14:17
Tess Mutsters

Licht is essentieel in fotografie, maar wanneer je te maken krijgt met een niet zo egale belichting, kan dat voor uitdagingen zorgen. Bij situaties met sterk contrast, zoals fel zonlicht dat door de bomen schijnt of dramatisch licht in een steeg, kan je camera moeite hebben om details in zowel de lichte als donkere delen vast te leggen. Toch kun je contrasten ook in je voordeel gebruiken.

Foto: skyart - ISO 400 · ƒ/6.3 · 1/200s · 100mm

Vrijwel iedereen krijgt er eens mee te maken: hoge contrasten. Die contrasten kunnen je foto maken of breken, afhankelijk van hoe je ermee om gaat. Je kunt die hoge contrasten niet altijd vermijden, soms zijn ze juist wenselijk. In dit artikel geven we je drie praktische tips over hoe je om kunt gaan met hoge contrasten.

Meer leren? Probeer dan 7 dagen gratis Zoom Academy Pro!

1. Gebruik spotmeting voor een gebalanceerde belichting

Wanneer je fotografeert in een omgeving met sterke contrasten, kan je camera moeite hebben om de juiste belichting te bepalen. Vaak zal de automatische belichting proberen een gemiddelde te vinden, waardoor schaduwen te donker, of lichte delen overbelicht raken. Met spotmeting kun je ervoor zorgen dat je camera de belichting baseert op een klein deel van de scène, bijvoorbeeld op een belicht gezicht of een belangrijk onderwerp in je foto.

2. Gebruik de schaduwen

Schaduwen kunnen je foto extra diepte en contrast geven. Ze kunnen een mysterieuze sfeer creëren of juist een interessant patroon in je compositie brengen. Ga op zoek naar harde schaduwen. Op een zonnige dag kun je bijvoorbeeld sterke schaduwpatronen vinden onder ruggen, achter gebouwen of door ramen. Gebruik silhouetten, of experimenteer met gedeeltelijke schaduwen.

3. Fotograferen in RAW

Bij hoge contrasten loop je snel tegen het probleem aan dat schaduwen te donker worden of hooglichten geen details meer bevatten. Dit kan ervoor zorgen dat belangrijke details in je foto verloren gaan. Door in RAW te fotograferen, leg je meer beeldinformatie vast en heb je achteraf meer controle over de belichting en het contrast. Dit betekent dat je tijdens de nabewerking de donkere delen subtiel kunt oplichten zonder te veel ruis te krijgen, en de lichte delen iets kunt dimmen om verloren details terug te halen.

RAW-bestanden bevatten meer kleur- en lichtinformatie dan JPEG’s, waardoor je flexibeler bent in de bewerking. Wil je de belichting nog wat meer gelijk trekken? Dan kun je ook aan de slag gaan met HDR. Zo kun je de te donkere delen beter belichten en de te lichten delen wat dempen.

Opmerkingen

of en discussieer mee!
Wees de eerste die een opmerking achterlaat.