Een weids bergpanorama, glooiende duinen of een kleurrijke kustlijn: landschappen zijn voor veel fotografen hét hoogtepunt van een reis. Waar je thuis echter vaak rustig de tijd hebt om te wachten op het juiste licht, moet je soms op reis in korte tijd het maximale uit een locatie weten te halen. Met deze vijf praktische tips leg je indrukwekkende landschappen vast, waar ter wereld je ook bent.
Foto: Jessicavandien
Meer leren? Probeer dan 7 dagen gratis Zoom Academy Pro!
1. Verken de locatie vooraf
Een sterke landschapsfoto begint met een goede voorbereiding. Gebruik apps zoals Google Maps om je locaties alvast te verkennen. Let op waar de zon opkomt of ondergaat, waar de mooiste uitzichten zijn en hoe je die kunt combineren met interessante voorgronden. Als het in je planning past, kun je de plek alvast een dag eerder bezoeken om alvast over je composities en belichting na te denken.
Foto: rudyman85
2. Kijk goed naar je compositie
Landschappen kunnen overweldigend zijn, zeker op onbekend terrein. Richt je daarom op een duidelijke opbouw in je foto: een interessante voorgrond, een middendeel en een achtergrond. Dat geeft diepte, rust en houvast aan het beeld. Gebruik natuurlijke lijnen, zoals een pad, rivier of kustlijn om de blik van de kijker door de foto te leiden. Als je met een groothoeklens fotografeert, plaats dan iets op de voorgrond (zoals een steen, bloem, of stuk gras) om extra diepte te creëren. Zo komt het landschap tot leven.
3. Maak slim gebruik van licht
Licht bepaalt de sfeer van je landschapsfoto. Het zachte, warme licht tijdens het gouden uur (rond zonsopkomst of -ondergang) zorgt voor prachtige kleuren en lange schaduwen. Maar ook mistige ochtenden of een dreigende lucht kunnen juist sfeer toevoegen. Experimenteer met verschillende lichtsituaties: fotografeer tegen de zon in voor silhouetten, of juist met de zon in de rug voor meer contrast en helderheid. Gebruik eventueel een polarisatiefilter om de lucht dieper blauw te maken en reflecties in water of bladeren te verminderen.
Foto: Katja van der Kwast
4. Neem de tijd en varieer in standpunt
Op reis is de verleiding groot om van plek naar plek te rennen, maar de beste landschapsfoto’s ontstaan juist als je even de tijd neemt. Wandel wat rond, verander van perspectief, probeer een hoger of juist lager standpunt. Kijk eens even echt goed naar je beeld. Soms maakt een kleine verschuiving al een wereld van verschil. Heb je een statief bij je, gebruik dat dan om rustiger te werken en meerdere varianten te schieten. Maak bijvoorbeeld ook een horizontale én verticale compositie; zo heb je meer keuzemogelijkheden bij de nabewerking of voor publicatie.
5. Bewerk subtiel, maar met aandacht
Een goede nabewerking haalt het maximale uit je reisfoto’s. In RAW fotograferen is hierbij een groot voordeel: je hebt meer speelruimte om schaduwen op te lichten en hooglichten te temperen. Corrigeer de witbalans zodat kleuren natuurlijk ogen en speel met contrast om meer diepte te creëren. Vermijd overmatige verzadiging: landschappen zijn vaak al indrukwekkend genoeg van zichzelf. Kleine lokale aanpassingen, zoals het wat lichter maken van de voorgrond of het accentueren van wolken, geven je foto net dat beetje extra zonder dat het onnatuurlijk oogt.
Opmerkingen