Van vakantiekiekjes naar échte reisfoto’s: zo doe je dat

Begin thuis: een goede voorbereiding is goud waard

Reisfotografie begint niet op locatie, maar al bij je boeking. Door vooraf onderzoek te doen naar je bestemming, krijg je niet alleen praktische informatie, maar ook fotografische inspiratie. Gebruik Google Maps en Afbeeldingen, bekijk reisblogs of zoek op hashtags via Instagram. Let vooral op de plekken die vaak gefotografeerd worden – die wil je óf bewust vermijden, óf juist op een heel eigen manier vastleggen.

Vraag jezelf af wat jij wilt laten zien van je bestemming. Gaat het je om cultuur, natuur, straatleven, architectuur of mensen? Een duidelijk doel zorgt voor meer focus. En als je weet hoe het licht valt of welke plekken op welk moment druk zijn, kun je daar slim omheen plannen.

Kijk als een fotograaf, niet als een toerist

Het verschil tussen een vakantiekiekje en een reisfoto zit vaak in de compositie en het moment van opname. Toeristen maken foto’s van wat ze zíen. Fotografen maken foto’s van wat ze vóélen. Sta dus niet meteen met je camera klaar, maar kijk eerst rustig rond. Waar valt het licht mooi? Waar gebeurt iets onverwachts?

Speel met je standpunt. Fotografeer een bekend uitzicht juist laag bij de grond, van achter een boom of door een raam. Leg de nadruk eens op details in plaats van op het totaalbeeld. Denk aan verweerde deuren, straatversieringen, texturen in een markt – alles wat sfeer oproept. Een net iets ander perspectief maakt je beeld persoonlijker en onderscheidend.

©R.k Hijdra

Werk in thema’s en reeksen

Een krachtige manier om je fotografie te verdiepen, is werken met een thema. Kies bijvoorbeeld een kleur (zoals rood), een onderwerp (zoals handen of ramen), een vorm (zoals cirkels) of een techniek (zoals tegenlicht of silhouetten). Beperk jezelf, en je blik wordt juist ruimer. Je leert anders kijken en creëert samenhang tussen je beelden.

Een mooi projectidee: fotografeer de lokale bevolking, maar altijd in combinatie met de omgeving die iets zegt over de plek. Of leg marktkramen vast in verschillende dorpen en steden. Bepaal één stijl of regel (bijv. altijd horizontaal kader, altijd op ooghoogte) en houd die aan.

Wanneer je werkt in reeksen of verhalen, ontstaat vanzelf diepte en context – precies wat goede reisfotografie kenmerkt.

©RON VANDERSTAPPEN NL111161

Minder spullen, meer rust

Je hoeft echt niet je hele fototas mee op vakantie te nemen. Vaak doe je meer met minder. Een camera met een lichtsterke standaardzoom of een vast brandpunt van 35mm of 50mm dwingt je creatiever te kijken. Je loopt makkelijker, bent minder vermoeid én je mist minder momenten.

Neem wél voldoende accu’s, geheugenkaarten en een oplader mee. Vergeet ook geen wereldstekker en eventueel een extra lensdop of doekje tegen stof en vocht. Een klein statief of beanbag kan handig zijn voor avond- of landschapsfoto’s, zonder dat je zwaar beladen hoeft te reizen.

Bespaar jezelf ook stress door thuis al je instellingen te controleren en alles up-to-date te hebben: batterij vol, geheugenkaart leeg, firmware up-to-date. Dan kun je op reis meteen aan de slag.

Stap buiten je bekende kaders

Ben je geneigd om telkens terug te gaan naar dezelfde vertrouwde bestemming? Overweeg dan eens iets totaal nieuws. Een onbekend land, een andere cultuur of een reisvorm die je nog niet kent (bijvoorbeeld met de trein, per fiets of te voet) prikkelt je zintuigen. Je kijkt automatisch met meer aandacht.

Ga je meestal met anderen op reis? Probeer eens een solo-trip. Alleen reizen betekent ook: alleen fotograferen, zonder concessies. Je bepaalt je eigen tempo, staat stil wanneer jij wilt, en hebt meer interactie met locals. Dat levert niet alleen betere foto’s op, maar vaak ook bijzondere ontmoetingen en verhalen.

©Norma

Tot slot: wees geduldig en nieuwsgierig

Reisfotografie vraagt aandacht. Loop rustig, wacht op het juiste licht, observeer je omgeving en stel vragen. Het gaat er niet om zoveel mogelijk plaatjes te schieten, maar om het verhaal van je reis te vangen in beelden. Verdiep je in de mensen, de rituelen, de kleuren, de rust én de chaos.

Zo voorkom je niet alleen clichébeelden, maar ontwikkel je ook een eigen stijl. En dat is misschien wel het mooiste reis-souvenir dat je kunt hebben.