Nederland Waterland kent ontelbare kansen op prachtige situaties en creatieve invalshoeken. In dit artikel bekijken we hoe je vijf veelvoorkomende situaties optimaal vastlegt. Pak je fototas en ga op waterreportage!
Water. Als er één element is dat Nederland vormgeeft, is het wel water. Ons land is feitelijk één grote rivierdelta met een – voor zo’n klein landje – enorm lange kustlijn. Omdat ons land daarnaast weinig hoogteverschillen kent, is ook het binnenland een netwerk van beken, rivieren, kanalen, sloten, meertjes, vennen en drassige polders. Zelfs in onze steden en dorpen is overal water aanwezig in de vorm van grachten. En dat biedt jou als fotograaf ontelbare kansen op prachtige foto’s en creatieve invalshoeken. Water is namelijk enorm veelzijdig. Het spiegelt, weerkaatst, verkleurt, beweegt, golft en verandert van een vaste, naar vloeibare en gasvormige samenstelling.
Wadden: on-Nederlandse ruimte
Het Nederlandse Waddengebied is uniek. Nergens in ons kleine land vind je nog zoveel ruimte en nergens vind je zo weinig menselijke activiteit. Bovendien is het wad onvoorstelbaar divers. Zowel landschaps-, als macro- en dierenfotografen vinden er een ongekende keuze aan onderwerpen. Van enorme zwermen watervogels tot zeehonden, specifieke duinvegetatie en een constant veranderend landschap van zand, zee en lucht. Maar ook vuurtorens, vissersboten, kleurige boeien en karakteristieke vissershuisjes achter de dijk bieden talloze fotokansen. Neem dus in ieder geval al je objectieven mee naar de Wadden, van groothoek, tot macro en telelens, om al die mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten. Wat het wad in fotografisch opzicht bijzonder maakt is de getijdenwerking. Ruwweg tweemaal per dag valt het wad droog en dat biedt kansen op unieke foto’s. Denk aan een fluorescerend oranje zee of wadvlakte bij zonsopkomst of zonsondergang, reflecties van wolken in het ondiepe water of een foto met een lange sluitertijd waarbij het stromende water een zijdeachtige witte sluier vormt. Dergelijke foto’s kun je nergens anders maken. Bovendien vergroot eb de kustlijn enorm en kun je een stuk over de zeebodem lopen om macrofoto’s te maken van schelpdieren, rustende en fouragerende zeevogels en vegetatie die normaal onder water staat. Bedenk tijdens het fotograferen constant wat je opvalt aan je omgeving en probeer juist die dingen creatief in beeld te brengen.
Bouw je waddenfoto op met lagen. Plaats een karakteristiek en duidelijk herkenbaar onderwerp op de voorgrond (een vissersboot, boei, bos zeewier of een meeuw), gebruik een middensectie (wadvlakte, strand of zee) en een achtergrond (wolken, de ondergaande zon of een passerend vrachtschip). Let erop dat je voorgrond niet perfect centraal in beeld staat, maar plaats ’m een klein beetje rechts of links van het midden. Dat geeft een dynamischer uitstraling. Let er ook op dat je horizon 100% waterpas is en niet in het midden van je foto staat. Een horizon op een of twee derde oogt een stuk beter! Geloof je het niet? Probeer het eens en analyseer de resultaten!
Foto: Marcolok
Een statief is handig bij wadfotografie. Om alle elementen van dit weidse landschap scherp op de foto te krijgen, moet je regelmatig langere sluitertijden gebruiken en dat vergroot de kans op onscherpe foto’s. Zorg dus dat je camera muurvast staat en neem de tijd om je compositie te bepalen voor je een foto maakt. Zorg dat je wadfoto van voorgrond tot horizon haarscherp is en kies een grote scherptediepte. Dit doe je door je camera op de diafragmavoorkeuzestand te zetten (Av bij Canon, A bij Nikon) en een grote F-waarde te selecteren (F 16 of F 22). Dit verlengt je sluitertijd, maar zorgt voor meer scherpte in je foto. De beste tijdstippen voor wadfotografie zijn vroeg en laat op de dag als het zonslicht minder fel is en de kleuren warmer worden. Midden op de dag fotograferen zorgt voor harde, lelijke schaduwen. Als je toch midden op de dag wilt fotograferen, kies dan een bewolkte of druilerige dag uit en richt je op details en macrofotografie.
De beste locaties voor waddenfotografie vind je uiteraard in het Waddengebied. Langs de kust van Noord-Holland, Friesland en Groningen en de Waddeneilanden. Vergeetniet dat ook het Zeeuwse Deltagebied schorren en getijdenbewegingen kent die ook prima geschikt zijn! Nog een tip: de Waddeneilanden hebben zowel een waddenzijde als een Noordzeezijde. Zo vang je twee fotosituaties in één trip!
Foto: Tomaszewska.photo
De zee en het strand: fotografiemix
De volle zee is – vergeleken met de fotogenieke getijdenwerking van de wadden – eigenlijk een beetje saai. Natuurlijk kun je je richten op surfers, op de gelaagdheid van de golven of een passerend schip, maar daar houdt het wel zo’n beetje mee op. Voor pakkende en onderscheidende zeetaferelen moet je de kustomgeving erbij betrekken. Denk aan het strand, de duinen, strandhuisjes, vuurtorens, ijscokarren en vooral: badgasten. Zoek naar subtiele doorkijkjes vanuit de duinen, fotografeer lachende vakantiegangers, spelende kinderen, wandelaars en beachvolleyballers of zoek naar eenzame stiltezoekers op een verlaten strand. Strandfotografie is een combinatie van straat-, portret- en landschapsfotografie. En juist die bijzondere combinatie maakt deze vorm van fotograferen erg aantrekkelijk en uitdagend. Neem jezelf voor om verhalen te vertellen met je foto’s. Zoek naar komische situaties, maak series portretten van strandbezoekers, zoek naar specifieke kleuren of karakteristieke strandvoorwerpen, leg aangespoeld afval vast of probeer de therapeutische werking van het strand op mensen vast te leggen. Bedenk altijd vooraf of je juist vrolijke of serieuze foto’s wilt maken en werk die plannen uit als je eenmaal met je voeten in de branding staat.
Voor de reportageachtige stijl van strandfotografie kun je het best een korte telelens of portretlens gebruiken van 80 tot 200 mm. Werk in diafragmavoorkeuze en kies een kleine F-waarde (F 2,8 tot F 5,6). Dit zorgt voor korte sluitertijden waarmee je snel uit de hand kunt fotograferen. Daarmee kun je vluchtige situaties vastleggen. Anticipeer op wat er om je heen gebeurt en wees alert op de fotomomenten die je zoekt. Werk niet stiekem als een paparazzi, maar vraag mensen beleefd of je een foto mag maken. Leg uit waarom je dit graag wilt. Dat je aan een fotothema werkt bijvoorbeeld en beloof mensen de foto’s te mailen of vertel ze waar je ze op internet publiceert. Je zult versteld staan van hoeveel medewerking je krijgt.
Geschikte locaties zijn overal langs de kust te vinden. Badplaatsen bieden je uiteraard de meeste modellen, maar ook op rustiger stukken en langs de duinen kom je veel wandelaars, fietsers, paardrijders en hondenuitlaters tegen die als model kunnen dienen.
©Costas Ganasos Photography 2025
Foto: Costas-Ganasos
Meren: het licht achterna
Meren verschillen van de zee doordat je vaak de overkant van het water kunt zien en die tegenoverliggende oever als een extra laagje in je fotopalet kunt verwerken. Oevers met kenmerkende bebouwing werken het best: molens, boerderijen, flats, aangemeerde schepen of rijen bomen. Gebruik een groothoekobjectief van 14 tot 50 mm voor landschapsfoto’s en een telelens van 100 tot 400 mm voor details en foto’s van dieren. Kies je locatie met zorg en let op de lichtrichting. Tegenlicht kan bijvoorbeeld grote, herkenbare objecten als boten, bruggen en molens als contour weergeven. Het is verstandig om vooraf al na te denken over welke locaties op welk moment van de dag het mooiste belicht worden. Apps kunnen je daarbij helpen: deze tonen tabellen met de posities van de zon (of maan) op bepaalde tijdstippen op bepaalde locaties. Kies op een kaart de plek waar je wilt fotograferen en je ziet in één oogopslag wanneer het licht optimaal is. Google op ‘ephemeris app’ en je krijgt tientallen opties die vaak wereldwijd werken. Ook handig op vakantie dus!
Net als bij de zee kun je je fotokansen verruimen door ook de oevers, begroeiing, dijken, sluizen, watersporters, vissers, scheepvaart en bebouwing in je foto’s te verwerken. Door vanaf een boot te fotograferen, creëer je een afwijkend, verrassend perspectief. Wist je bovendien dat veel dieren je minder bedreigend vinden als je je op het water bevindt?
De fotogeniekste meren vind je uiteraard in Friesland. Niet alleen de oevers zijn pittoresk, maar er is ook een levendige watersport. Denk daarnaast aan het Lauwersmeer, de Loosdrechtse, Nieuwkoopse en Vinkeveense Plassen, de Oostvaardersplassen en de Zeeuwse Meren. Het is slechts een kleine greep uit het enorme aanbod aan Nederlandse meren. Langs veel meren liggen speciale (vogel)kijkhutten waar je als fotograaf onzichtbaar bent voor vogels en zoogdieren. Op www.vogelkijkhut.nl vind je eenvoudig de beste plekken in jouw regio. Door op een specifieke hut te klikken kun je bovendien zien welke dieren er onlangs zijn waargenomen. Met al die informatie is het dus een kwestie van uitzoeken, bezoeken en geduld hebben voor je een geslaagde foto in mooi licht maakt.
Foto: Original-Mostert
Sloten en beken: op micro-safari
Nederland telt onvoorstelbaar veel sloten die ons drassige, natte kikkerland afwateren. En in die slootjes komt dankzij het strenge pesticidenbeleid steeds meer leven terug. In het voorjaar kwaken de kikkers, vind je er salamanders en zie je vele soorten planten, bloemen en insecten. Zelfs een ringslang behoort tot de mogelijkheden! Als fotograaf kun je het best gewoon een slootje uitkiezen en een paar uur lang ervaren wat er allemaal in deze micro-biotoop gebeurt. Je zult versteld staan van de explosie van leven, kleuren en vormen. En omdat alles klein is en dichtbij gebeurt, kun je je lange telelens thuislaten. Gebruik een korte telelens (70-200 mm), een groothoek of een macrolens en kruip zo dicht mogelijk op je onderwerp. Probeer een zo laag mogelijk standpunt uit en leg vast hoe een kikker of slak de wereld bekijkt. Heb je een waterdichte camera of een onderwaterbehuizing voor je spiegelreflex? Neem die dan absoluut mee. Want vlak onder het wateroppervlak schuilt een wondere, onbekende wereld. Een groene jungle van waterplaten, piepkleine roofdieren en diffuus, mysterieus licht.
Omdat je zo dicht op je onderwerp zit, wordt maar een klein deel scherp (geringe scherptediepte). Je foto’s zijn al snel onscherp. Zet desnoods je statief in het water of zet de autofocus op ‘continu’ voor scherpe resultaten. Fotografeer parallel aan het wateroppervlak voor een kikkerperspectief. Of laat gelijktijdig de wereld boven als onder water zien: dompel het objectief van je (waterdichte) camera half onder water voor zo’n gedeeld lucht/onderwaterbeeld! Let wel op de belichting, want de lichtsterkte boven of onder water varieert enorm. Maak desnoods een belichtingstrapje (meerdere foto’s van dezelfde situatie met verschillende belichtingen – zie de handleiding van je camera) en voeg deze foto’s na afloop samen op je pc om een correcte belichting te krijgen.
©Piebe van den Berg
Foto: Piebe
Grachten: je privé waterpartij
Dikke kans dat er in jouw stad of dorp een of meer grachten, vaarten of waterlopen te vinden zijn waar je prachtige foto’s kunt maken. Het voordeel van zo’n water om de hoek is dat je er heel erg vaak en snel naartoe kunt. Dit biedt je de kans om op verschillende tijdstippen, bij verschillende weersomstandigheden en in verschillende jaargetijden te experimenteren met creatieve ideeën en instellingen. Neem om te beginnen altijd je camera mee. Of je nu naar je werk fietst, boodschappen doet of de hond uitlaat. De kans op een fraaie foto is immers altijd aanwezig. Grachten zijn meestal niet zo breed en in de stad is het vaker windstil dan op zee of op een meer. Dat maakt grachten bij uitstek geschikt om reflecties te fotograferen. Bijvoorbeeld van gebouwen, passerend verkeer of bomen. Zoek in het voorjaar ook naar watervogels. Die zoeken steeds vaker de beschutting van de stad op en zijn volledig gewend aan mensen. Een unieke kans om – van dichtbij – een reportage te maken van broedende eenden, waterhoentjes, knobbelzwanen of futen. Soorten die buiten de stad een stuk schuwer en lastiger te fotograferen zijn! Probeer ze op ooghoogte te fotograferen. Dat levert de meest intieme en krachtige foto’s op. Wil je niet lang plat op je buik langs de gracht liggen? Zoek dan een vlonder of vraag of je op een aangemeerd bootje mag fotograferen. Lukt dat niet? Gebruik dan een telelens van 100 tot 400 mm om meer afstand tot de dieren te krijgen en het perspectief te veranderen. Reflecties van gebouwen fotografeer je juist wel het best van een iets hoger standpunt.
Berg je camera niet op als de zon onder is gegaan! De grachten zijn in elk seizoen (en op elk tijdstip van de dag en nacht) aantrekkelijk. Ga eens ’s avonds met je statief op pad en leg de grachten vast als ze verlicht worden door straatlantaarns. Zet de camera in de handmatige modus en kies een diafragma van F 8 tot F 16. Kies een lange sluitertijd en experimenteer met de juiste belichting. Je zult verbaasd staan van de verrassende foto’s die je maakt op locaties waar je overdag achteloos langs loopt. Waarschuwing: het werkt wel verslavend en kan wat eenzaam zijn. Neem dus een fotobuddy mee voor de gezelligheid en om mee te discussiëren over de beste instellingen en locaties.
Opmerkingen