Zo scan je je analoge archief!

20 november 2024 10:30
20 november 2024 10:30
Redactie Zoom.nl

Je bent lekker fanatiek bezig met digitale fotografie, maar misschien heb je ook nog wel een archief met analoge prints, filmstroken en dia’s. En anders heb je vast wel eens vragen gekregen van familie, vrienden of collega’s over hoe ze hun oude foto’s het beste kunnen digitaliseren. Dat behandelen we in dit artikel.

Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie

Van analoog naar digitaal: oude foto’s scannen en verwerken

Foto’s – en met name foto’s van vroeger – hebben een grote emotionele waarde. Ze tonen een periode die voorgoed achter ons ligt en momenten die vaak niet meer over zijn te doen. Nog daargelaten dat het handig is om analoge foto’s ook digitaal te hebben, is het tevens een manier om ze tegen de tand des tijds te beschermen. Om maar te zwijgen van rampen zoals brand … Daarnaast heeft een gedigitaliseerd archief als voordeel dat je er makkelijker in kunt zoeken dan in de spreekwoordelijke schoenendoos. Zo kun je snel wat foto’s ‘misbruiken’ voor een zilveren bruiloft of een verjaardag. Ten slotte kun je oude foto’s, die vaak vergeeld of versleten zijn, met behulp van software oppeppen zodat ze er weer toonbaar uitzien. De verbeterde versies kun je opnieuw (laten) afdrukken, waardoor ze een tweede leven krijgen. De vraag is alleen voor velen hoe…

-TTRvFEoBRFOE4b5Ytwhl7w

Scanners kunnen automatisch bewerkingen uitvoeren, zoals het wegwerken van een kleurzweem of het oppeppen van vervaagde kleuren. Maar dit kun je ook zelf doen met behulp van fotobewerkingssoftware.

Verschillende manieren

Er zijn verschillende manieren om oude foto’s te digitaliseren. Welke de beste is, is allereerst afhankelijk van het materiaal. Gaat het om afdrukken, negatieven of dia’s? In beide laatste gevallen speelt ook het filmformaat – kleinbeeld of bijvoorbeeld 6×6 cm – een rol. Het vraagt allemaal om een iets andere aanpak. Papieren foto’s, los of in een album, zijn het simpelst te digitaliseren. Hiervoor is alleen een gewone (flatbed)scanner nodig. Zo’n scanner maakt tegenwoordig bijna standaard deel uit van veel printers (de zogenaamde ‘all-in-ones’ of ‘multifunctionals’). Maar ze zijn ook los te koop. Grote kans dat je zelf een scanner hebt of iemand kent bij wie je terechtkunt. Als je geen papieren foto’s hebt maar alleen negatieven of dia’s, dan is het een ander verhaal. Duurdere scanners beschikken soms over een tweede scanlamp, speciaal bedoeld voor dia’s en negatieven. Ook zijn er gespecialiseerde negatiefscanners, die dus weer niets kunnen met papier. Wat volgt, is een beknopt overzicht van de apparatuur, de mogelijkheden en de alternatieven.

Flatbedscanner

Wanneer je over een scanner beschikt, voldoe je aan de minimumeisen voor het scannen van een foto. Met name papieren foto’s of fotoalbums laten zich op deze manier prima digitaliseren. Het maakt niet uit of het een losse scanner betreft of een geïntegreerde in een all-in-one (multifunctional). In beide gevallen is ’t het beste om de scanner vanaf de pc te besturen (bij een all-in-one kan het ook via knoppen). Een aantal factoren is bepalend voor de beeldkwaliteit. Allereerst de scanresolutie. De standaardwaarde is meestal 150 of 200 dpi (dots per inch). Voor een maximale kwaliteit kun je de resolutie beter op 300 dpi zetten. Een hogere waarde, zoals 600 dpi of meer, heeft in de praktijk weinig zin, omdat het oplossend vermogen van de scanner dan groter is dan wat de foto zelf te bieden heeft. Dit levert alleen maar onnodig grote bestanden op; de detaillering wordt er niet beter van. Uiteraard staat het je vrij om te experimenteren. Negatieven en dia’s zijn in principe niet geschikt om te digitaliseren met een normale scanner. Het kan wel, maar de resolutie en de detaillering zullen dan zeer bescheiden zijn. Het is ook mogelijk om meerdere foto’s tegelijkertijd te scannen om tijd te besparen. Leg bijvoorbeeld drie foto’s van 10 bij 15 cm tegelijk op de glasplaat, of zelfs een complete albumpagina als dat past. Veel scanners zullen de afzonderlijke foto’s automatisch detecteren en selecteren, maar je kunt dat ook eenvoudig handmatig doen. Dit werkt sneller dan iedere foto apart inscannen. De gescande foto zal waarschijnlijk nog wel wat nabewerking nodig hebben, maar daarover later meer.

-C2l6mIaeTjmpB17e3BOndg

Met een flatbeeldscanner digitaliseer je fotoboeken of losse foto’s.

-SWeWvNcwROi0rIjgDaSykg

De meeste scanners ondersteunen het scannen van meerdere selecties. Soms worden de afzonderlijke foto’s zelfs automatisch gedetecteerd.

Fotoscanner

De meer geavanceerde scanners hebben een zogenaamde filmhouder. Ze beschikken dan over een tweede scanelement met een hoger oplossend vermogen (bijvoorbeeld 6400 dpi), dat speciaal bedoeld is voor negatieffilms en dia’s. Ze zijn geschikt voor kleinbeeldfilmstroken, ingeraamde dia’s en soms zelfs grootbeeldfilm (zoals 6×6 cm). De kwaliteit is meestal niet zo goed als die van een professionele negatiefscanner, maar voldoet in veel gevallen prima. Het voordeel van een dergelijke scanner is dat het apparaat ook geschikt is voor het overige scanwerk tot en met A4-formaat. De prijs van een fotoscanner ligt wel beduidend hoger dan die van een normale scanner. Denk aan een bedrag tussen 150 en 300 euro.

-bb0sNoH6R5KyWstCaG9j1Q

Je kunt al foto’s digitaliseren als je een simpele all-in-one hebt.

-Zo2mXJVnTIOys-jPYmHPMQ

Meer geavanceerde scanners hebben een filmhouder voor dia’s of negatieven.

Negatiefscanner

Dan zijn er nog de ‘echte’ negatiefscanners. Deze zijn puur en alleen bedoeld voor het scannen van negatieffilms en dia’s (al dan niet ingeraamd). De kwaliteit van dergelijke scanners is over het algemeen zeer goed. Moderne negatiefscanners kunnen het maximale uit een dia persen, wat in theorie een goed beeldbestand kan opleveren van circa 20 megapixels of meer. Uiteraard hangt dit in hoge mate af van de kwaliteit en de scherpte van de desbetreffende foto. Ook in dit segment zijn er verschillende producten beschikbaar. Naast (semi)professionele modellen zijn er momenteel veel goedkope negatiefscanners van slechts enkele tientjes op de markt. Ze zijn eenvoudig in het gebruik, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het oplossend vermogen van dergelijke apparaten is zeer beperkt: ze produceren ‘slechts’ 3- tot 5-megapixelfoto’s, en dan vaak ook nog op basis van interpolatie. Verwacht dus geen superieure detailweergave. Zulke apparaatjes zijn prima om een collectie oude foto’s als herinnering te digitaliseren, maar indien je serieus aan de slag wilt, is een volwaardige negatiefscanner een must. De professionele exemplaren bieden vaak ook de mogelijkheid om een rol negatieven ineens te scannen met een zogenaamde feeder. Dat scheelt natuurlijk zeeën van tijd. Een professionele scanner kost nieuw enkele honderden euro’s, maar er is ook veel tweedehands aanbod.

-KPMXGu16S66ac3HjgOF1IA

Een echte negatiefscanner kan alleen dia’s en negatieffilms scannen.

Gebruik je fototoestel

Heb je geen scanner bij de hand, maar wil je toch een paar foto’s digitaliseren? Dan kun je natuurlijk ook je camera gebruiken. Zowel een dia als een afdruk op papier kun je prima fotograferen met behulp van (bij voorkeur) een macrolens en een statief. Let wel op de lichtval en mogelijke reflecties van eventuele lampen of filters. Je kunt dia’s ook projecteren en er dan een foto van maken. De kwaliteit zal niet het niveau halen van een negatiefscanner, maar – afhankelijk van de opstelling en de gebruikte apparatuur – kan het zeker bruikbaar materiaal opleveren.

Scannen bij het vaklab

Ten slotte kun je natuurlijk ook gebruik maken van het vaklab. Soms kun je daar tegen een vast uurtarief (pakweg 40 euro) onbeperkt negatieven scannen op hun professionele apparatuur. Met name als het om een beperkt aantal belangrijke foto’s gaat, is dat een interessante optie. Ook kun je het scanwerk geheel uitbesteden. Er geldt dan een prijs per foto, die soms mede afhankelijk is van de resolutie. De tarieven voor negatieven en ingeraamde dia’s variëren van circa 50 eurocent tot iets meer dan 2 euro per stuk. Losse dia’s zonder raampje zijn iets duurder, omdat er meer handwerk aan te pas komt. Datzelfde geldt voor grootbeeldnegatieven, waar de stuksprijs tot zo’n 5 euro oploopt. Er kan een minimum gelden voor het aantal te scannen foto’s. Soms is er ook nog sprake van een starttarief en een meerprijs voor het branden op cd of dvd. Ook kleurcorrecties en het (digitaal) verwijderen van stof en krasjes kunnen extra geld kosten. Laten scannen is kostbaar, maar het scheelt je wel heel veel tijd plus de aanschaf van dure apparatuur.

-H22xcSCzSJuVdMPFFy5plw

Scaninstellingen en correcties.

Nabewerking

Bij het digitaliseren van analoge foto’s komt meer kijken dan het scannen alleen. Vaak vertonen de scans stof, krassen en vlekken. Het is een zeer tijdrovend klusje om dat per individuele foto eigenhandig te retoucheren. Bovendien hebben oude foto’s vaak last van een kleurzweem. Wit wordt gelig en veel andere kleuren verdwijnen langzaam. Omdat dit ‘bekende problemen’ zijn, haken scannerfabrikanten daarop in met allerlei digitale hulpmiddelen. Zo kun je de scanner zelf allerlei correcties laten uitvoeren, zoals automatisch rechtzetten, de kleur aanpassen en stof en krassen verwijderen. Maar is het verstandig om blind te varen op de automatische piloot? Dat hangt er een beetje van af of het één of enkele foto’s betreft die je zelf wilt bewerken, of dat het om een grote collectie gaat. In het laatste geval is automatische batchbewerking aan te raden, simpel en alleen omdat dit ontzettend veel tijd scheelt. Meestal pakken de automatische correcties redelijk goed uit, en anders laten de missers zich alsnog prima handmatig nabewerken (bijvoorbeeld als de kleuren niet in orde zijn). Bij het softwarematig verwijderen van stof en krassen gaat de computer zelf retoucheren. Aangezien delen van de foto daarbij gekloond worden, gaat dat soms mis. In dat geval moet je een aantal foto’s wellicht overdoen. Als je een beperkte hoeveelheid foto’s wilt scannen, en je redelijk bedreven bent met fotobewerkingssoftware, is het aan te raden om de automatische piloot uit te schakelen. Je hebt dan meer speelruimte om zelf bewerkingen te doen, met minimaal kwaliteitsverlies. Bij iedere bewerking gaat immers weer wat beeldinformatie verloren.

Na afloop

Zodra je klaar bent met scannen en bewerken, volgt de laatste stap van het digitaliseringsproces. Je kunt dan trefwoorden toevoegen aan je gescande foto’s, zodat je ze later makkelijk terug kunt vinden. Een logische, herkenbare bestandsnaam is altijd een aanrader. Tot besluit is het handig om je nieuwe digitale foto’s een makkelijk vindbare plek te geven op je harde schijf of met een fotobeheerprogramma te rubriceren. Last but not least: maak ook nu altijd een back-up.