333 keer bekeken
4
Groot Dikkopje
groot dikkopje (Ochlodes sylvanus)
Het groot dikkopje is een mobiele soort die leeft in allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten.
Familie
dikkopjes (HESPERIIDAE)
Kenmerken
Voorvleugellengte: 12-15 mm. De onderkant van de achtervleugel is geelachtig, met duidelijke lichte vlekken. Het mannetje heeft op de bovenkant van de voorvleugel een duidelijke geurstreep in de vorm van een langgerekte S. Het groot dikkopje heeft geen kommavlek.
Gelijkende soorten
Zie de kommavlinder.
Voorkomen
Een algemene standvlinder. De soort vliegt op de zand- en veengronden en in grote delen van de duinen. Op de meeste kleigronden ontbreekt hij en op de Waddeneilanden en in Zuid-Limburg is hij wat schaarser.
Habitat
Allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten, zoals vochtige heide met pijpenstrootje, grazige ruigten in graslanden, open plekken in bossen en langs bosranden.
Waardplanten
Diverse grassen zoals breedbladige zwenkgrassen en beemdgrassen, kweek, witbol en pijpenstrootje.
Vliegtijd en gedrag
Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar van onder andere gewone braam, dophei en akkerdistel. De mannetjes voeren 's morgens vaak patrouillevluchten uit. 's Middags vertonen ze territoriaal gedrag, vaak vanaf steeds dezelfde uitkijkposten.
Levenscyclus
Rups: eind juli-eind juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in een stevig kokertje dat bestaat uit samengesponnen bladeren. De verpopping vindt plaats in een cocon tussen grassprieten dicht bij de grond. De eieren worden meestal afgezet op beschutte plaatsen in een vrij hoge grazige vegetatie.
Alle rechten voorbehoudenMeer info tonen
Gebruikte apparatuur
Nikon D300
Opmerkingen