231 keer bekeken
0

een schaatsenrijder in de zomer

9 juli, 2011
DE SCHAATSENRIJDER IS DE BEKENDSTE WATERWANTS. Bijna iedereen die op een mooie lentedag aan een vijver of slootkant zit krijgt er één of meer op het water te zien. Ze staan daar in losse groepjes, soms schijnbaar stil luierend in de zon en alleen even bewegend als een zoel briesje ze van hun plaats dreigt te blazen, maar ook vaak actief rennend en doorglijdend als echte schaatsenrijders. Van april tot in oktober zijn ze overal waar een beetje water is te vinden: op slootjes, plassen in weilanden, randen van meren en op de kleinste tuinvijvertjes. Ze komen ook op stromend water voor, moeten daar wel voortdurend roeien om niet weggespoeld te worden. Wordt de stroming te sterk, dan gaan ze naar de rustiger bochten en kanten. Op snelle stroompjes wordt hun plaats ingenomen door beeklopers. Op hoge golven gedijen de schaatsenrijders ook niet. Daarom zijn ze nooit ver van de oever, hoewel enkele grotere soorten zich wel verder op het open water wagen. Er zijn dagen met veel activiteit: ze sprinten dan op elkaar af, worstelen even, draaien soms op hun rug of springen tot tien centimeter omhoog zonder in het water te zakken! Ook rennen ze soms met een aantal sprongen pijlsnel weg.Het is verleidelijk de snelheid van deze insecten in onze dimensies om te zetten: in een seconde speert een 1,5 cm grote schaatsenrijder gemakkelijk een meter weg. Voor een mens van 1,5 meter zou dat dus 100 meter in een seconde zijn, oftewel 360 kilometer per uur - en dat lopend over water! De voortbeweging komt van de gespreide middenpoten, de achterpoten dienen meer als roer, de voorpoten voor het grijpen van hun buit.
Alle rechten voorbehouden
Meer info tonen

Gebruikte apparatuur

Panasonic Lumix DMC-FZ45

Komt voor in