Fotograferen op wintersport

Foto: Biogym - ISO 100 · ƒ/4.5 · 1/800s · 110mm

Meer leren? Probeer dan 7 dagen gratis Zoom Academy Pro!

1. De juiste belichting

Sneeuw weerkaatst enorm veel licht. In de automatische stand, heeft de camera daarom de neiging om onder te belichten. De sneeuw krijgt dan een grauwe kleur, in plaats van helderwit. Het is daarom het beste om je camera handmatig in te stellen en wat feller te belichten, waardoor de sneeuw echt wit wordt. Fotografeer ook in RAW, zodat je later wat meer speelruimte hebt.

Sneeuw weerkaatst enorm veel licht, waardoor je camera snel onderbelicht – de sneeuw wordt dan grauw in plaats van wit. Fotografeer daarom bij voorkeur in RAW, zodat je later veel speelruimte hebt, en gebruik een positieve belichtingscompensatie van +0,3 tot +1 stop. Zo voorkom je dat je beelden te donker worden.

Daarnaast verandert licht in de bergen snel. Tijdens een heldere ochtend heb je scherpe contrasten en koele tinten, terwijl tijdens het gouden uur de hele vallei warm oplicht. Neem de tijd om het licht te observeren en kies een standpunt dat het karakter van het moment versterkt. Denk aan zijlicht om structuur in de sneeuw zichtbaar te maken of tegenlicht om sprankelende sneeuwkristallen te vangen.

2. Bescherm je camera tegen kou en sneeuw

De koude temperaturen op wintersport kunnen invloed hebben op zowel jou als je apparatuur. Camera-accu’s lopen veel sneller leeg in de kou, dus neem er altijd meerdere mee en bewaar ze warm, bijvoorbeeld in een binnenzak dicht bij je lichaam.

Condensvorming is een ander veelvoorkomend probleem. Wanneer je vanuit de kou een warme berghut binnenloopt, kan er direct condens ontstaan ín je camera. Voorkom dit door je camera eerst in je tas te laten zitten totdat hij op temperatuur is gekomen.

Sneeuw op je lens veeg je niet weg met je handschoen – daarmee wrijf je vocht en kristallen op het glas. Gebruik een microvezeldoekje en werk voorzichtig. Ook een eenvoudige regenhoes (of zelfs een ziplockzak met een gat voor de lens) helpt om je camera te beschermen wanneer het sneeuwt.

3. Leg de actie vast: snelle sluitertijden en goede timing

Wintersport draait om beweging, en dat vraagt om een praktische aanpak. Gebruik snelle sluitertijden – minimaal 1/1000 sec – om skiërs of snowboarders haarscherp vast te leggen. Zet je camera eventueel op continu autofocus (AF-C / AI-Servo) zodat hij blijft scherpstellen op bewegende onderwerpen.

Ook de compositie speelt een grote rol: laat ruimte vrij in de richting waarin iemand beweegt, fotografeer laag bij de grond voor meer snelheid in beeld en zoek contrasterende achtergronden (zoals donkere bomen) zodat je onderwerp goed opvalt tegen de lichte sneeuw.

4. Maak gebruik van filters en werk bewust met kleur

Een polariserend filter kan op wintersport echt het verschil maken. Het filter vermindert reflecties op sneeuw en ijs, maakt de lucht dieper blauw en verhoogt het contrast in het landschap. Vooral bij felle zon creëer je zo meer diepgang in je foto.

Daarnaast is het slim om bewust met kleurtemperatuur te werken. Sneeuwbeelden kunnen snel te blauw worden, vooral in de schaduw. Een warmere witbalans maakt het beeld vaak natuurlijker. Je kunt dit handmatig instellen in de camera, maar ook later corrigeren als je in RAW fotografeert.

5. Denk aan sfeerbeelden en het verhaal eromheen

Wintersportfotografie draait niet alleen om actie of majestueuze bergtoppen. Juist de kleine momenten maken een reportage compleet: dampende chocolademelk na een lange dag, sneeuw die zachtjes valt in een straatje, skischoenen in de sneeuw, of de warme gloed van lampjes in een bergdorp bij schemer.

Door bewust sfeerbeelden te maken, creëer je een uitgebreid en afwisselend verhaal van je reis. Wissel landschappen af met portretten, details en scènes die laten zien hoe het voelde om daar te zijn.