Wildlifefotografie op reis

4 november 2025 12:43
4 november 2025 12:42
Tess Mutsters

Een kameleon die opgaat in zijn omgeving, een arend die hoog boven de bergen zweeft of een olifant die door het struikgewas trekt: wildlife zien op reis is altijd bijzonder. Je komt immers vaak dieren tegen, die je in Nederland niet in het wild kunt spoten. Zulke momenten vastleggen vraagt echter om voorbereiding, geduld en kennis van gedrag. Of je nu in Europa, Afrika of Azië fotografeert: met deze vijf tips vergroot je de kans op indrukwekkende natuurfoto’s.

Foto: JurgenMaassen - ISO 3200 · ƒ/6.3 · 1/2000s · 600mm

Meer leren? Probeer dan 7 dagen gratis Zoom Academy Pro!

1. Verdiep je in het gedrag van dieren

Een geslaagde wildlifefoto begint met kennis van je onderwerp. Lees vooraf over het gedrag van de dieren die je hoopt te zien: wanneer zijn ze actief, waar zoeken ze voedsel en hoe reageren ze op mensen? Veel soorten zijn in de vroege ochtend of late avond het meest actief. Het licht is dan vaak op zijn mooist, maar het is ook wat schaarser, waardoor fotograferen een uitdaging kan zijn. Door gedrag te herkennen, kun je beter anticiperen en het beslissende moment vastleggen. Zo ben je niet alleen toeschouwer, maar ook een stille deelnemer in de natuur.

2. Werk met de juiste instellingen

Wildlife beweegt snel en dat vraagt om een snelle camera-instelling. Gebruik bij voorkeur de sluitertijdvoorkeuze en kies een sluitertijd van minimaal 1/500 seconde voor grotere dieren en 1/1000 seconde of sneller voor vogels of dieren in actie. Stel de ISO zo in dat je sluitertijd hoog blijft, ook bij minder licht. Autofocus in de stand AI Servo/AF-C helpt om bewegende dieren scherp te houden. Werk bij voorkeur met een telelens (bijvoorbeeld 100–400mm) zodat je voldoende afstand kunt bewaren zonder het dier te storen.

3. Wees geduldig 

Wildlifefotografie draait niet alleen om geluk, maar vooral om geduld. Soms wacht je uren zonder resultaat, en dan gebeurt het plotseling allemaal tegelijk. Probeer je rust te bewaren en blijf observeren. Let op bewegingen, geluiden en subtiele signalen in de omgeving. Als je rustig blijft, wennen veel dieren aan je aanwezigheid, dat levert natuurlijkere beelden op. En vergeet niet: zelfs als je niets bijzonders fotografeert, is het een ervaring op zich om in stilte in de natuur te zitten.

4. Denk aan licht, achtergrond en compositie

In de haast om een dier vast te leggen, vergeet je soms de compositie. Probeer ook in het moment na te denken over de achtergrond: een rustige, egale achtergrond laat het dier beter uitkomen. Vermijd storende elementen zoals takken of felle lichtvlekken. Let daarnaast op de richting van het licht. Frontaal licht laat kleuren mooi zien, terwijl tegenlicht juist zorgt voor een sfeervol silhouet of glanzende randen langs de vacht. Een laag standpunt, op ooghoogte met het dier, maakt je foto bovendien veel intenser en persoonlijker.

5. Respecteer de natuur

De belangrijkste regel van wildlifefotografie is respect. Houd afstand, gebruik een telelens en jaag dieren nooit op voor een betere foto. Laat geen rotzooi achter en probeer de dieren al zeker niet aan te raken. Volg altijd lokale richtlijnen, zeker in natuurreservaten of beschermde gebieden. Vermijd het gebruik van flitslicht, zeker bij nachtdieren en verstoor geen rustplaatsen of nesten. Een foto is pas écht geslaagd als het dier ongestoord verder kan gaan met wat het deed.

Opmerkingen

of en discussieer mee!
Wees de eerste die een opmerking achterlaat.