De perfecte kleurencombinaties in je foto’s!

1 januari 2024 17:37
redactiezoomnl

Een goede foto staat of valt met de kleurencombinatie. Hoe steekt de ene kleur af tegen de andere en hoe ga je hiermee om in de nabewerking? Hoe werken de verschillende tinten en op welke manier kun je daar zelf achteraf mee spelen? In dit artikel gaan we verder in op de geheimen van de perfecte kleurencombinaties!

Het kleurenwiel / kleurcontrast

Om je foto’s te voorzien van mooie kleuren, kun je gebruik maken van kleurcontrast: een tegenstelling in kleuren. De grootste verschillen vind je tussen tegengestelde kleuren in het kleurenwiel. Dit worden ook wel complementaire kleuren genoemd omdat ze elkaars effect versterken. Blauw en oranje werken bijvoorbeeld heel goed, of juist groen en rood.

Een handige tool is het kleurenwiel van Adobe. Daarbij kun je de kleurharmonie op complementair zetten. Door aan het wiel te draaien vind je mooie contrasterende kleuren. Je kunt ook voor een andere kleurharmonie kiezen:

Analoog: Kleuren die dicht bij elkaar liggen in het kleurenwiel.

Monochromatisch: Eén kleur met lichtere en donkere varianten daarvan.

Drietal: Drie kleuren die altijd in de vorm van een driehoek staan in het kleurenwiel.

Samengesteld: Een combinatie van complementaire en analoge kleuren.

Schaduwen: Eén kleur en schaduwen van die kleur.

Mocht je nog niet tevreden zijn over je kleurtint, dan kun je het contrast ook nog corrigeren in Lightroom. Per kleur zijn er verschillende sliders. Door daarmee te spelen kun je kijken wat wel of niet werkt.

In deze video leggen wij uit hoe je contrastkleuren in de landschapsfotografie gebruikt.

Gebruik van verzadiging en levendigheid

In Lightroom heb je twee sliders die je kleuren een stuk feller maken: verzadiging en levendigheid. Deze termen worden vaak door elkaar gehaald, maar zijn wel degelijk verschillend. Met verzadiging verhoog je de kleurintensiteit en felheid in alle delen van de foto. Met de levendigheid verbeter je de intensiteit van kleuren die nog niet zo fel zijn. Bij gebruik van de levendigheid blijven huidskleuren bijvoorbeeld een stuk neutraler dan bij verzadiging. Dit komt doordat de levendigheid gerichter te werk gaat dan verzadiging.

In deze Quick Tip leggen we je met behulp van Lightroom uit wat het verschil is tussen verzadiging en levendigheid.

Gebruik van kleurfilters

Een kleurfilter is een optisch filter dat een deel van een kleurspectrum versterkt of absorbeert. In de fotografie worden kleurfilters ingezet voor het corrigeren van kleur, het verhogen van het contrast en het verkrijgen van een bepaalde sfeer. Het gebruik van filters kan nadelig zijn en leiden tot scherpteverlies, lichtverlies en kleurechtheid. Per merk en prijsklasse kunnen grote verschillen zitten. Als je overweegt een filter te kopen, vergelijk de verschillende producten dan goed voordat je het koopt. In dit artikel lees je alles over kleur- en grijsfilters.

Kleuren waarheidsgetrouw krijgen

Om de kleuren realistisch weer te geven op je foto is het allereerst belangrijk om te weten of je in RAW of in jpeg fotografeert. Bij RAW slaat de camera alle informatie op die de sensor aan de camera doorgeeft. Bij jpeg combineert de camera de gegevens van de sensor met een aantal gekozen instellingen en maakt daar één geheel van. Bij RAW heb je achteraf nog de mogelijkheid om veel aan te kunnen passen, zonder kwaliteitsverlies.

Ook de witbalans is belangrijk om realistische kleuren te krijgen. Op het display van je camera kun je zien wat de verschillende witbalans-instellingen doen met het beeld. Door het instellen van de witbalans help je de camera om een kleurtemperatuur te kiezen die ervoor zorgt dat het licht zoveel mogelijk lijkt op de manier waarop wij zelf het licht waarnemen.

Een andere mogelijkheid voor realistischere kleuren is het kalibreren van je computerscherm en/of camera. Door een kleurkaart te fotograferen onder verschillende lichtomstandigheden kan je met bijbehorende software presets creëren die je in de nabewerkingssoftware kunt gebruiken.

Kleurprofiel

In je camera kun je het kleurprofiel instellen. Dit bepaalt op welke manier de kleurenpixels in je camera worden uitgelezen. De manier waarop er met kleur wordt gewerkt, wisselt heel erg. De monitor toont kleuren bijvoorbeeld met licht erachter en een printer maakt kleuren door inkt te mengen. Door hier bewust over na te denken, kan je ervoor zorgen dat zowel je camera, als je monitor en prints allemaal dezelfde kleuren weergeven. Als je in jpeg fotografeert is het handig om direct al na te denken over het kleurprofiel van je camera. Bij fotografie in RAW kun je het tijdens het bewerken nog aanpassen. Onderstaande afbeelding geeft een aantal veelgebruikte kleurprofielen weer. In dit artikel lees je er meer over.