Huizenfotografie: naar binnen kijken

20 december 2023 09:12
redactiezoomnl

Het zal niemand ontgaan zijn: de huizenmarkt trekt aan. Eén van de belangrijke onderdelen van het verkoopproces is de fotografie. Een groot deel van de nieuwe woningbezitters ontdekt z’n nieuwe stulpje immers via een online foto. Een mooie kans om je als fotograaf in de kijker te spelen.

We hebben jaren gehad van overschot aan te koop staande woningen. Dat was goed te merken op de bekende woningsites. Hier vielen niet alleen de aantallen op, maar ook de kwaliteit van de fotografie. Naarmate een huis moeilijk aan de man is te brengen, krijgt het verkoopproces meer aandacht.

Nu de woningmarkt aantrekt, is er een kans dat makelaars de camera weer zelf ter hand gaan nemen en de kwaliteit van de foto’s weer gaat zakken naar het niveau van tien jaar geleden: een belabberd niveau. Er zijn uitzonderingen in makelaarsland, maar de gemiddelde makelaar heeft van fotografie weinig kaas gegeten.

Dit is dus een mooie kans om te laten zien dat wij fotografen dat veel beter kunnen. Ga jij zelf jouw huisje te koop zetten of verkopen vrienden hun woning? Maak dan zelf de foto’s met deze tips.

Apparatuur en instellingen

Voor het goed kunnen fotograferen van onroerend goed heb je niet veel apparatuur nodig. Elke camera die je handmatig kunt instellen is al voldoende. Als je er ook een belichtingstrapje mee kunt maken (bracketing) is het helemaal mooi.

Je hebt wel een redelijke groothoeklens nodig, met name als je ruimtes als een kleine badkamer moet fotograferen. Doorgaans is een brandpuntsafstand tussen 20 en 24 mm (kleinbeeldformaat) voldoende. Een goed statief is een must! Dat zorgt voor scherpe foto’s (ook met weinig licht) en maakt een hdr-opname mogelijk. Bovendien dwingt een statief je de tijd nemen voor de compositie. Een afstandsbediening kan handig zijn, maar je kunt ook de timer van de camera gebruiken voor trillingvrije opnames.

De instellingen voor de camera zijn eenvoudig. Zeker bij het gebruik van live view zal bij het merendeel van de foto’s een automatische belichting in de diafragma-voorkeurstand en een automatische witbalans een prima foto opleveren. In live view zie je ook meteen of je een correctie voor de belichting moet gebruiken. Omdat je bij dit soort foto’s alles scherp wilt, kies je een klein diafragma: F 11 is meestal voldoende. De iso-waarde zet je zo laag mogelijk voor een optimale kwaliteit. De sluitertijd zal hierdoor - zeker in een interieur - aan de lange kant zijn, maar dat is geen enkel probleem als je toch op statief werkt.

Bij het fotograferen van een interieur is er één uitdaging: het grote lichtcontrast tussen binnen en buiten. Zeker op een zonnige dag is het licht buiten vele malen lichter dan binnen. Dit grote lichtbereik kun je nooit in één foto vangen. Dit probleem is op twee manieren op te lossen. Je kunt werken met losse flitsers, die strategisch in het interieur worden opgesteld om het interieur op te lichten. Dit is redelijk complex en voor de meesten ook niet haalbaar, omdat je vaak met meer flitsers (soms meer dan drie) moet werken. Een alternatief is de hdr-techniek (high dynamic range). Een hdr-foto is opgebouwd uit meer foto’s van verschillende belichtingen met als resultaat natuurgetrouwe foto’s. Dat is voor iedere fotograaf haalbaar. Met een softwarepakket speciaal voor hdr of met Lightroom of Photoshop voeg je de foto’s vervolgens eenvoudig samen.

De keuze voor het tijdstip

Een misvatting is dat je een woning het beste kunt fotograferen op een zonnige zomermiddag. Dat is juist het moment waarop het fotograferen het moeilijkst is. De lichtcontrasten zijn dan zó hoog dat je er nauwelijks een fatsoenlijke interieurfoto uit kunt persen. En net als bij landschapsfotografie geldt ook hier dat de schaduwen dan ook op hun minst zijn. Het ideale tijdstip voor het fotograferen van een huis? Dat is een vroege ochtend of late middag wanneer er een blauwe lucht is met mooie wolkjes erin. In de ochtend of late middag zijn de lichtverschillen tussen buiten en binnen nog niet zo groot. En die blauwe lucht met wolkjes heb je nodig voor de belangrijkste foto: die van de voorkant van de woning.

Perspectief

De foto’s van de buitenkant van de woning zijn relatief eenvoudig. Zeker als je een mooie lucht hebt. Het enige moeilijke is zorgen dat de woning rechtop staat. Al te vaak zie je op makelaarswebsites woningen die achterover lijken te vallen. Dit krijg je als je van te dichtbij en omhoog fotografeert, omdat je de hele woning op de foto wilt krijgen. De truc bij de overzichtsfoto’s van de voor- en achterkant is dat je voldoende afstand neemt en een hoger standpunt inneemt. Hiervoor is een keukentrap een handig hulpmiddel. Een hoger standpunt maakt hét verschil tussen een snapshot en een professioneel ogende foto.

Ook bij de binnenkant moet je ervoor zorgen dat alles wat in werkelijkheid recht is, ook op de foto recht staat. Niets dat meer afleidt dan kromme deuren en schuine wanden. Kromme lijnen en schuine verticalen zijn het eerste waaraan je kunt herkennen dat een ‘prutser’ de foto’s heeft gemaakt. Zorg dat jouw camera altijd horizontaal staat en niet naar boven of beneden gericht is. Meestal bereik je dit het beste met een wat lager standpunt. Bij de meeste woningen is immers de vloer belangrijker dan het plafond. Vaak is een hoogte van 1 tot 1,30 meter een prima uitgangspunt. En hoe nauwkeurig je ook hebt gefotografeerd, meestal zul je in de nabewerking nog even een kleine aanpassing moeten doen om ervoor te zorgen dat de muren van jouw woning 100% verticaal zijn. 

Uitstraling

Voor de foto’s van het interieur gelden een paar regeltjes waar je je aan kunt houden, als je een huis zo mooi mogelijk wilt presenteren. Als eerste zorg je natuurlijk dat alles er fris, schoon en opgeruimd uitziet. Met een klein budget kun je al heel veel doen met accessoires. Denk aan een leuk boeketje bloemen. En blader eens door de woonmagazines. Hier haal je heel leuke en eenvoudige ideeën uit. Een paar opgerolde handdoeken op de rand van een bad kunnen al een luxe uitstraling geven. Bedenk dat de beelden in de woonmagazines een gemiddeld publiek aanspreken. En hoe groter het publiek, hoe meer kans dat jouw foto’s in de smaak vallen en doen wat ze moeten doen:kijkers trekken.

Bij het fotograferen van een woning voor de verkoop is het altijd goed om voor ogen te houden wat een koper graag ziet. Belangrijk voor veel kopers - naast prijs en ligging - zijn ruimte en licht. Kijk je rond op woningsites dan zie je veel woningen juist heel donker gefotografeerd. Plus: ze staan vol met meubels en andere zaken die afleiden. Dit is dus iets wat jij als fotograaf beter kunt. Op de eerste plaats kun je eenvoudig - door het verplaatsen van meubels - meer ruimte creëren. Staan er naast een hoekbank ook een of twee fauteuils in de woonkamer? Schuif die dan buiten beeld. Niemand zal merken dat daar normaliter stoelen staan. Het resultaat is dat het ruimtelijker oogt. En deze truc kun je op meer plekken uithalen. Van de stoel naast het bed in de master bedroom tot het matje op de badkamer.

Het tweede belangrijke aspect is: licht. En dan bedoelen we zo fotograferen dat een interieur er licht uitziet. Schuif alle gordijnen en andere raambedekkingen helemaal aan de kant. De raampartijen zijn een heel belangrijk element van een woning en verdienen het mooi in beeld gebracht te worden. Als de ramen in beeld zijn, heb je fotografisch gezien een probleem. De lichtcontrasten zijn zo groot dat je hier een oplossing voor moet verzinnen. Het eenvoudigst is een belichtingstrapje maken van drie of vijf opnames en deze met een hdr-programma in elkaar zetten. Uiteraard streven we hier naar een realistische hdr en niet de post-apocalyptische variant met extreme kleuren. Een handig trucje is het kijken naar de plafonds. Deze zijn bij 99% van de woningen wit. Zorg ervoor dat deze ook in de foto echt wit zijn (witbalans) en niet te donker. Dit is een valkuil voor veel makelaars, ook hierin kun je je onderscheiden.

Bij het fotograferen van een interieur ben je misschien geneigd zo veel mogelijk verlichting in te schakelen. Dit kan voor een klein deel het lichtverschil tussen binnen en buiten opheffen. Maar er kleeft een nadeel aan deze binnenverlichting en dat is de kleurtemperatuur. De verlichting binnen heeft gegarandeerd een andere kleurtemperatuur dan het zonlicht buiten. En de combinatie van deze twee kleuren kan in de nabewerking problemen opleveren. Een vuistregel is: zijn er ramen in beeld, laat dan de verlichting uit en los het contrastverschil op met hdr en/of flitsers. Zonder ramen in beeld (bijvoorbeeld een foto van de keuken of badkamer) kun je de verlichting wel gebruiken.

Nabewerking

In de nabewerking kun je veel punten scoren. Als eerste zorg je er in de nabewerking voor dat alles wat recht moet zijn ook echt recht is. Denk aan lenscorrecties om kromme deuren recht te maken en rechtop te zetten. In bijna iedere interieurfoto is een deel van het plafond te zien. Als dit wit is - en dat is in veel woningen het geval - stel dan de witbalans van de foto af op het plafond. Verder is een gradueel filter een handig hulpmiddel om delen van de foto, bijvoorbeeld het plafond, lichter te maken. Verklein op het einde de foto’s precies op de maat van de website waar ze getoond worden, zodat de foto niet geschaald op de website terecht komt, waarbij kwaliteit verloren gaat.